Iemand stelde me de vraag of Doeg nu een Zaans woord was of niet. Volgens het Dialectenbureau dat in 1973 zocht naar het meest gebruikte groetwoord in Nederland, werd Doeg het meest gebruikt in de Zaanstreek. Maar een enquête door de Stichting Nederlandse Dialecten van 2008, liet zien dat Doeg al over heel Nederland was uitgewaaierd. Wie zijn vakantie op een kampeerterrein doorbrengt, hoort deze van oorsprong Zaanse groet alom. Tot in Drenthe aan toe.
Door Anneke van Dok
Ik herinner me echter meer ‘Zaanse’ woorden, waarmee men vroeger het pand verliet. Zoals ‘De groete’, ‘De mazzel’ en ‘Tot kaik’. Maar ze hadden niet altijd dezelfde betekenis. Zo werd ‘dug’ gebruikt voor een kortstondige afwezigheid, en het rijmde terecht op stug. Mijn moeder verbood me het te gebruiken, want het hoorde niet bij ons. Dug hoorde bij een oom die naar tabak en ijzer stonk, omdat zowel kettingroker als smid was. Doeg mocht wel, maar alleen tot afscheid van bekenden, familie en gelijken, want tegen een burgemeester of dominee, zei je ‘dag meneer’, zowel bij binnenkomst als bij het weggaan.
Meestal stond Doeg niet alleen, want dan klonk het zo afgemeten, alsof je boos de deur uit liep. ‘Nou doeg hoor’, klonk aardiger, alsof je met tegenzin afscheid nam. En dan hadden we ook nog het Doei tot onze beschikking. Dat had als voordeel, dat je het kon voorzien van een muzikale uithaal, net als Ciao in het Italiaans. En daardoor klonk het zo vriendelijk.
Maar doeg heeft heel Nederland veroverd, en daar ben ik zomaar een beetje trots op, zeer zeker als het door burgemeesters en dominees wordt gebruikt als ze een bakkerswinkel verlaten.
Door Anneke van Dok. Foto uit Gemeentearchief: de Poolse anesthesiste dr. Regina Glinska, loopt stage in ziekenhuis De Heel in Zaandam. Op de foto (1983) wordt mevrouw Glinska door een meneer op haar hand gekust (of ze Doeg zei, weten we niet. Henk van de Leur / collectie Dagblad De Typhoon.
,
Kennen jullie de groet 'morrie' nog? Verkort voor goedemorgen of tot morgen, dat weet ik niet. Wel dat het mij in het voorbij fietsen vriendschappelijk werd toe geroepen, mét voornaam: Morrie Ank!! en weer door.
ik was het vergeten, mijn vader zei het ook, maar alleen tegen bekenden en familie, leuk dank je!
In mijn jeugdjaren, wij woonden in Bovenkerk, kwamen met grote regelmaat familieleden op visite uit de Zaanstreek. Mijn opa en oma, ooms tantes neven en nichten. Mijn moeder was een raszuivere Zaanse, dus bij afscheid na een bezoek van een verjaardag of ander heugelijk feit stonden wij (complete gezin) in de deuropening de bezoekende familie uit te zwaaien. En in koor maar roep: "Nou Doeg", en dat net zolang tot het bezoek om de hoek van de straat verdwenen was. Nou Dooeg!!
Mogelijk dat doeg, dug, du-Uh, doei, doe-doei en in Zaandam zuid: doe- oeg ( zangerig) afhankelijk waren van de plek in De Zaanstreek waar je woonde.
Mijn familie woonde nogal verspreid, vandaar dat ik dit opper.
Maar tegen ouderen zei je inderdaad geen van deze. En dan was het volgens mij ook nog afhankelijk of je langsfietste of de deur uitstapte. En dug? Dat is niet stug.
Wel haastig.
Ik merk ik de huidige tijd dat mensen elkaar helemaal niet meer groeten of de hand opsteken. Gordijnen dicht of zure lappen voor de ramen is niet bevorderend voor de ouderwetse begroetingen en sociale contacten. In dit geval dus....DUG.
zo gezellig, doehoeg zeiden we, maar later dag,
hoi of hai, dus zeiden we nooit!
‘Doeg’ klinkt in ieder geval lekker Zaans, en als het ’t meest wordt, of werd, gebruikt in de Zaanstreek, mogen we het alleen al op grond daarvan beslist een Zaans woord noemen. Dat wordt bevestigd in de Nederlandse Etymologiebank (www.etymologiebank.nl), dankzij de taalkundige autoriteit Nicoline van der Sijs: eind negentiende eeuw voor het eerst wetenschappelijk gesignaleerd, vanaf einde twintigste eeuw over heel Nederland verspreid, net als het jongere ‘doei’.
Het leukst van je mooie column vind ik dat je het woord ‘dug’ terugroept in mijn herinnering. Ik ben al ruim een halve eeuw geleden uit de Zaan vertrokken, dus ik ben het contact met dat specifieke woord verloren. Wanneer en waar het gebruikt wordt – geen idee meer. Het leek me een nog kortere vorm van ‘doeg’, maar het kan zijn dat het in specifieke situaties – een kort afscheid? – van toepassing was. Dank voor dit verloren stukje Zaans! In de Etymologiebank wordt ‘dug’ niet vermeld – koesteren dus dat woord! In België is zowel doeg als doei onbekend, en volgens mij wordt het in de bijbel ook niet gebruikt.
Ik herinner mijn als kind het afscheid van visite op zomerse avonden, als het raam van mijn slaapkamertje open stond vanwege de warmte (altijd met een hor erin, je had toen nog insecten) en ik niet kon slapen. Op zukke avonden – ik houd het even Zaans – werd na het uitgebreide afscheid bij de deur nog talloze malen gezwaaid, begeleid met ‘doeg’, ‘doei’ en ‘nou doeg hoor’, tot het om de hoek van de straat verdwenen was. Dat waren dan verjaarsvisites geweest, niet de gewone korte bezoekjes die meestal spontaan in de straat ontstonden en die werden ingeluid met ‘heb jij de koffie breun?’.
"dug" in de vorm "ja dug" of "ja, duhug" betekend toch "echt niet" of " bekijk 't maar"...?