Ik heb het nog niet kunnen lezen: het boek De ambtsketen veroverd van Klaas Tammes, maar ik ben wel benieuwd naar de belevenissen van de tien eerste vrouwelijke burgemeesters van Nederland.
De eerste was Truus Smulders- Belïen, die in 1946 solliciteerde naar de vacature in Oost-, West- en Middelbeers. Zo wilde ze de Smuldersdynastie voortzetten nadat haar echtgenoot in Dachau was omgekomen.
Marian de Jong- Meijer staat ook in het boek, omdat zij na vijftien jaar PvdA- raadlidmaatschap van Zaandam en Zaanstad, werd benoemd in Graft de Rijp. Ik mocht ik haar toen interviewen. Dat bleek een heidense klus, want toen ik de tekst van haar terug kreeg, stond die vol met krassen en toegevoegde verbeteringen. Het verslag werd er inderdaad nauwkeuriger van, maar wel minder spannend.
Het aantal benoemingen op rij kroop nadien langzaam omhoog, zodat Truus Hendrickx- Vlaar uit Bovenkarspel in 1981 in Warmond begon als vijftiende. Drie jaar later sloot ik in Diemen aan als nummer 26, na Willemien van Montfrans (uit Broek in Waterland), Edith van Duin en Mieke Bloemendaal.
Vorig jaar waren er 102 vrouwen als eerste burger actief in de 355 gemeenten die Nederland telde. Maakt dat iets uit? Ik denk dat de pioniers van Klaas Tammes veel hadden te vertellen over de misverstanden, vooroordelen en soms onverholen afkeuringen.
Toen ik krap veertig jaar na Truus Smulders’ benoeming een zaal betrad, gingen de uitgestoken handen aan mij voorbij, naar een ambtenaar. Ook al glom mijn ambtsketen de heren tegemoet. Dat ik nog erg jong was (36) gold niet als excuus, mannen hadden het record van jongste burgemeester van Nederland al opgeëist. Onder hen: Jan Kees Wiebenga en Ivo Opstelten.
Het was nooit druk bij de dames wc’ s tijdens congressen, en de voorkamer van Lien Vos- van Gortel (Utrecht) was groot genoeg om de hele burgermoederclub van Nederland te verwelkomen.
Inderdaad, een burgemeester moet over een dosis humor beschikken; maar een vrouw moet af en toe haar tong afbijten. Vooral als iemand beweert haar man niet te benijden. De foto, vanaf een balkon van haar gemaakt, zonnend in de achtertuin, krijgt geen snauw, maar een compliment voor de scherpte. Nu was ik voorheen wel wat herenlief en -leed gewend, omdat er op de redactie van De Typhoon, behalve mij alleen mannelijke journalisten werkten. Aardige, maar niet altijd tactische jongens. Op het schaakbord wist ik in de lunchpauze wel raad met ze.
Dus jij was pas nummer 26… Er is nog steeds een wereld te winnen, Anneke. Eh, burgemeester! Benieuwd naar je recensie van het boek.