In het oranjegedruis, dat gisteren uit de achtertuinen opsteeg, viel het NRC-bericht over een spoedwet ter verbetering van noodverordeningen een beetje weg.
Maar juist nu is het zaak extra waakzaam te zijn.
Door Anneke van Dok
Noodverordeningen en noodbevelen zijn instrumenten van uw burgemeester om ernstige ordeverstoringen en rampen het hoofd te kunnen bieden. Sinds 1996 is de wettelijke taak van het Rijk bij rampen ook beter vastgelegd. Voorheen was de bevoegdheid om uitzonderlijke maatregelen te nemen beperkt tot oorlogssituaties en oorlogsdreiging, nu mag de regering ze ook toepassen in noodsituaties.
Sommige juristen noemen de artikelen 176 en 175 van de Gemeentewet, die handelen over noodbevelen en –verordeningen, ondemocratisch en zelfs in strijd met de Grondwet, hoewel die strijdigheid expliciet wordt uitgesloten in de genoemde artikelen.
Ik heb de machtsmiddelen, die mij als burgemeester ter beschikking stonden, steeds met grote terughoudendheid gehanteerd. De wetsartikelen lieten mij het gebruik ervan namelijk alleen toe, als andere middelen ontoereikend waren. Bovendien is voor de toepassing van een noodverordening de bekrachtiging door van de gemeenteraad vereist.
Als de noodsituatie zich uitstrekt tot een groter gebied dan één gemeente wordt er snel opgeschaald naar regionaal, provinciaal of zelf landelijk niveau. De spoedwet beoogt de rol van het Rijk te verstevigen, en het veronderstelde misbruik door de burgemeesters daarmee weg te nemen. In een tijd van grote nood, zoals tijdens de Corona-pandemie, vind ik het niet verstandig om aan rechtsgronden te morrelen. Het zou wijzer zijn, de evaluatie van de genomen maatregelen af te wachten en dan pas een discussie over een wetswijziging te voeren.
Het gezegde ‘haastige spoed is zelden goed’ is hier beter op zijn plaats dan ‘Nood breekt wet’. Ik ben huiverig voor snelheid als het om onze rechtstaat gaat. De praktijk leert het ons steeds weer: of het nu kinderopvangtoeslagen of Corona-apps betreft: alles wat gehaast wordt ingevoerd of afgeschaft, deugt niet.