Een festival bij de buren met vooral een Turks, maar toch ook Zaans tintje. In de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord (bij de pont achter het CS) is zondag het festival Aşk Ile!, Turks voor ‘Met liefde!’. Centraal staat de cultuur van de alevieten, een bevolkingsgroep die in Turkije zo’n 15 procent van de bevolking uitmaakt. Onder de Turkse Nederlanders is dat percentage waarschijnlijk een stuk hoger.
Door: Rob Vreeken
De opbrengst van de kaartverkoop is voor een monument voor de slachtoffers van wat bekendstaat als het ‘bloedbad van Sivas’. In die Turkse stad kwamen in 1993 37 mensen om toen een razende, door moslimextremisten en ultrarechtse nationalisten opgehitste menigte brand stichtte in het Madimakhotel.
Daar verbleven op dat moment deelnemers aan een alevitisch cultureel festival. Onder de slachtoffers waren schrijvers en dichters, kunstenaars en intellectuelen, maar ook drie kinderen en de Nederlandse antropologiestudent Carina Thuijs.

Zaans?
Het Zaanse tintje zondag komt van enkele van de deelnemende artiesten: de in Zaandam opgegroeide zangeres Meral Polat, de Amsterdams/Zaanse band Ten-Hut & Burak, de eveneens in Zaandam opgegroeide cabaretière Funda Müjde. Ook is Zaanstad een van de steden die door Stichting Sivas Namenmonument zijn benaderd voor plaatsing van het kunstwerk met de namen van de slachtoffers. Een definitieve keuze is nog niet gemaakt.

Bovendien kent de Zaanstreek een grote alevitische gemeenschap. Aan de Martin Luther Kingweg in Zaandam staat het cemhuis van de Alevitisch Culturele Vereniging Zaanstad. Een cemhuis (cemevi) zou je het alevitisch gebedshuis kunnen noemen, maar het is meer dan dat. Het is een ruimte waar alevieten samenkomen om te zingen, muziek te maken en gesprekken te voeren, vaak filosofisch van aard.
Ongetwijfeld zullen veel Zaanse alevieten erbij zijn, zondag in de Tolhuistuin. Een van hen is Eylem Köseoglu, PvdA-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Zaanstad. Eylem nam onlangs een opmerkelijk initiatief. Zij belegde op 8 november een bijeenkomst met vertegenwoordigers van alevitische verenigingen, linkse Turkse organisaties als HTIB en DDIF en het landelijk partijbestuur van de PvdA, onder wie voorzitter Esther-Mirjam Sent. De vraag was: waarom ziet niemand ons staan?

Het probleem van de alevieten is hun onzichtbaarheid. Zij vormen een seculiere, links georiënteerde bevolkingsgroep, die mannen en vrouwen als gelijke behandelt en gelooft in wetenschap, onderwijs en cultuur. Zij staan los van de soennitische islam. De sharia is geen onderdeel van hun traditie, naar de moskee gaan ze niet. Veel alevieten noemen het alevitisme niet zozeer een religie, maar een cultuur of een humanistische filosofie.
De alevitische minderheid in Turkije heeft altijd te lijden gehad onder uitsluiting en discriminatie. ‘Sivas 1993’ was lang niet de enige gewelddaad de afgelopen honderd jaar. Voor veel alevieten was dat lange tijd reden zich gedeisd te houden, niet op te vallen.
‘Hokje’
Maar wie weet dat allemaal? Veel mensen plaatsen alle Turkse Nederlanders in hetzelfde hokje: traditioneel en conservatief. Mensen als Eylem willen juist laten zien hoe divers de gemeenschap is en dat niet iedereen zich herkent in streng orthodoxe opvattingen.
‘Er is een diepgeworteld verlangen om echt gezien en erkend te worden’, zegt ze tegen De Orkaan. ‘Ze zijn een gemeenschap die altijd heeft gestaan voor gelijkheid, humanisme en secularisme. Maar in veel maatschappelijke en politieke discussies blijven ze buiten beeld. Waarom worden ze niet erkend als volwaardige gesprekspartner?’
Er zijn tussen 100.000 en 150.000 alevieten in Nederland, misschien wel meer dan dat. ‘Maar als in Nederland over minderheden wordt gesproken’, zegt Eylem, ‘zijn het meestal de oerconservatieve religieuze groepen. Daar gaan beleidsmakers graag mee op de foto. Ja, en alevieten en linkse groepen passen daar gewoon niet in. Zij zijn seculier, progressief, hechten veel waarde aan emancipatie en vrouwenrechten.’
Dilan Yeşilgöz
Van oudsher voelen alevieten zich het best thuis bij linkse partijen, met name de Partij van de Arbeid. Het is geen toeval dat de bekendste aleviet van Nederland, VVD-leider Dilan Yeşilgöz, haar politieke loopbaan begon bij SP, PvdA en GroenLinks. Het is ook niet voor niks dat op 8 november allereerst werd aangeklopt bij de PvdA, de natuurlijke thuishaven voor veel alevieten.
‘We hebben linkse partijen altijd als bondgenoten gezien’, zegt Düzgün Kayak, kaderlid van de Federatie van Alevitische Verenigingen Nederland (HABF). ‘Maar we hebben het niet altijd als wederzijds ervaren. Dat vinden we jammer.’
Evenmin is het toeval dat het initiatief voor het gesprek op 8 november kwam van een Zaanse sociaaldemocraat. ‘Vanuit de politiek is Eylem de enige geweest die ons heeft benaderd’, zegt Zeynep Cimtay, voorzitter van de HABF. ‘Zij is er gewoon voor uitgekomen dat ze zelf aleviet is en dat ze onze stem wil laten horen. Wij zien haar als een dochter, een meid van ons. Daardoor heeft ze ook stemmen kunnen winnen.’
Imam
Hoe seculier de alevieten ook zijn, tot de verlangens van de HABF behoort officiële erkenning van het alevitisme als levensbeschouwelijke stroming. De belastingvoordelen bijvoorbeeld die kerken, moskeeën en synagogen hebben, gaan aan alevitische cemhuizen voorbij. En wie in de zorg behoefte heeft aan geestelijke steun, krijgt vaak geen ‘dede’ aan het bed, maar een imam. Zeynep Cimtay: ‘Als je op sterven ligt, wil je begeleiding van een alevitische geestelijke.’
Is dat in Zaanstad ook zo? Het Zaans Medisch Centrum (ZMC) laat weten het ‘belangrijk te vinden dat iedere patiënt die daar behoefte aan heeft passende geestelijke zorg krijgt’. Geestelijk verzorger Jody van Garderen zegt het alevitisme wel degelijk te kennen. Zo nodig benadert zij een externe collega met de gevraagde levensbeschouwelijke achtergrond. Maar, geeft ze toe: ‘Het lukt niet altijd.’

Rob Vreeken. Op de foto boven: Bestuursleden van het cemhuis in Zara, een stad in de provincie Sivas