Naast de vele demonstraties van afgelopen dagen lag Albert Heijn ook in de Tweede kamer onder vuur. Constantijn Ninck Blok, verantwoordelijk voor onder andere de prijsstelling en aanbieding van producten bij Albert Heijn, moest op het matje komen.

Ninck Blok werd, net als de CEO’s van Jumbo en Lidl en voedselbedrijven Unilever, Nestlé en HAK, bevraagd over de hoge voedselprijzen in de Nederlandse supermarkten in vergelijking met andere Europese landen.

Albert Heijn beroept zich in de verklaring van hun standpunten op de bescheiden beginselen van Albert Heijn, ooit begonnen als klein kruidenierswinkeltje in Oostzaan.

‘Albert Heijn voelt nog steeds als dát familiebedrijf.’

Dat is dan wel een flinke familie met ruim 100.000 werknemers die ruim een derde van de Nederlandse supermarktbranche beheert.

Graaiflatie

En het is er, net als in andere Nederlandse supermarkten, flink duur. Wie naar Duitsland gaat, kan volgens onderzoek van het programma Kassa makkelijk 25 procent op de prijs van een supermarktbezoek besparen.

Dit komt onder andere door de hogere prijs die fabrikanten rekenen aan kleinere landen. Daarnaast spelen ook graaiflatie en prijspolitiek mee. Bij graaiflatie maken supermarkten gebruik van de inflatie om prijzen overmatig te verhogen. Bij prijspolitiek bieden fabrikanten supermarktketens eerst een lagere prijs voor schapruimte en promotiemateriaal. Daardoor concurreren ze de kleine producenten uit de markt en verhogen vervolgens de prijzen.

Om het over de rol van supermarkten in deze problematiek te hebben, was Albert Heijn vandaag uitgenodigd voor een rondetafelgesprek in Den Haag.

Concurrentieniveaus

Pieter Omtzigt (NSC) ziet dat de verhoogde inflatie in Nederland vooral in de gewone boodschappen zit. Hij denkt dat de prijsverschillen niet altijd gaan om simpele belasting- en inkoopverschillen, maar ziet dat boodschappen structureel duurder zijn. Ninck Blok benadrukt dat dit vooral ligt aan de verhoogde inkoopprijzen.

‘We doen er alles aan om de producten zo goedkoop mogelijk in te kopen.’

Ook Jesse Klaver (GL-PvdA) confronteert Ninck Blok met prijsverschillen. Hij heeft zonnebrand meegenomen uit Nederland (€ 26,50), België (€ 21,00) en Duitsland (€ 8,95). Ninck Blok zegt dat je te maken hebt met verschillende ‘concurrentieniveaus’ in de landen en dat daardoor de prijzen kunnen verschillen.

‘De markt [bepaalt] de verkoopprijs, en de marge wordt bepaald vanuit de inkoopprijs.’

Concurrrentie

De markt bepaalt dus de verkoopprijs. In ‘de markt’ streven bedrijven altijd naar de hoogst mogelijke winst. Dus hoe Albert Heijn er dan ‘alles aan doet om de producten zo goedkoop mogelijk te maken’, blijft gissen. De supermarkten wijzen op de concurrentie die leidend zou zijn in de prijs. Jimmy Dijk (SP) zegt daar het volgende over:

‘[Iedereen wijst] naar elkaar, en daar hebben we niet zoveel aan, want dan gaan we hier aan het eind van de middag vandaan en dan trekt iedereen zijn handen ervan af.’

En daar blijft het eigenlijk bij. Kamerleden zitten nog met vele vragen, maar de tijd die beschikbaar was, was op. Al met al is het een niet heel inhoudelijke bespreking geworden. De vragen waren er wel vanuit de kant van de parlementariërs. De antwoorden van de supermarktketens waren niet anders dan de vooraf ingezonden verklaringen.

Door Marijn Kerkhoven. Bronnen: Kassa en Albert Heijn.