Op zaterdag 24 december 1983 verscheen het artikel ‘Fietser moest brommen’ in Dagblad de Typhoon. Hoofdpersoon – en auteur – was Aad Schoen, verslaggever van de krant, die een illegaal fietsritje door een voetgangerstunnel moest bekopen met 24 uur in de cel van het Zaandamse politiebureau aan de Provincialeweg. En daarover schreef hij het artikel, ‘Zaandams gevang mist allure’ was de onderkop.
Aad Schoen was ook één van de oprichters van De (papieren) Orkaan in 1986. Hij overleed in 1999 op 44-jarige leeftijd. De digitale heropstanding van De Orkaan heeft hij niet meegemaakt. Vandaag keert hij even terug bij De Orkaan.
Aad wist later over zijn avontuur in het cachot – en de aanleiding daartoe – smakelijk te vertellen. Vooral over hoe hij in het voetgangerstunneltje bij Koog Bloemwijk werd aangehouden. Hij zou daarbij tegen de dienstdoende agenten gezegd hebben: “mannen, ik ben er gloeiend bij, het spel is uit.” Of dat waar was, kan niemand controleren, Aad had een flexibele omgang met de werkelijkheid, en als daar aanleiding toe was – en dat gebeurde vaak – schrok hij er zelden voor terug die werkelijkheid op papier een stukje interessanter te maken dan het in feite was. Een goed verhaal gaat immers voor alles.
In het artikel doet hij nauwgezet en bloemrijk verslag van 24 uren detentie:
“Tussen drie kale muren en een stalen deur zit ik mijn welverdiende straf uit omdat ik weigerde een boete wegens fietsen in het Bloemwijker-tunneltje te betalen. Vierentwintig uur brommen. Dat zal me leren de verkeerswet te overtreden.”
De aanloop had zich maanden eerder afgespeeld. De weigering om de boete te betalen (“het recht moet zijn loop hebben”) en te kiezen voor ‘subsidiair 24 uur celstraf’ was zo langzamerhand bijna vergeten. Dat zou zo’n vaart niet lopen dachten we allemaal. Maar vlak voor kerst ontwaakte Vrouwe Justitia en toog de Hermandad naar het appartement boven fietsenhandel Rootselaar aan de Stationsstraat in Zaandam om de wanbetaler in te rekenen.
‘Bij nacht en ontij’ was hij van z’n bed gelicht, zo schreef hij zelf, broekriem en schoenveters moest hij inleveren. En er mocht geen boek mee in de cel. De celmuren bevatten zelf genoeg leeswerk: “als een aap in een kooitje!” schreef één van zijn voorgangers op de wand.
“Ik onderga mijn detentie in doffe berusting. Het recht moet zijn loop hebben. Het begint meestal met een eenvoudige verkeersovertreding, maar het eindigt vaak in steunfraude, flessentrekkerij, chantage en erger nog. Het opvoedkundig karakter van de straf ontgaat mij daarom geenszins. Volkomen terecht dat men mij een tijdje aan de samenleving heeft willen onttrekken.”
Tijdens het luchten maakt Aad kennis met zijn mede-gedetineerden, een brandkastkraker, een (onschuldige!) fraudeur en iemand die de meeste gevangenissen van de Randstad al van binnen heeft gezien. Dat hij daar zit wegens het ‘fietsen op het trottoir’ gaat er maar moeilijk in.
Na een nachtje cel krijgt Aad een kerstbrood van de collega’s van De Typhoon bezorgd, de vijl die daarin verborgen zat, is er veiligheidshalve uitgehaald. Bij het bezoekuur bezorgen broer Jan en vriend Rob ook nog een kerststukje dat wel ongeschonden door de controle komt, ondanks dat de kaars ook een verstopte vijl is. Ook laten we het boek ‘Jailbird’ van Kurt Vonnegut bezorgen.
Na precies 24 uur staat Aad weer buiten (“opgelucht stap ik de regen in”). Een kerst om nooit te vergeten.
Door Piet Bakker, het verslag van Aad stond in De Typhoon van 24 december 1983, de foto’s bij het politiebureau werden gemaakt door Derk Peeters.
Aad oud klasgenoot. Volgens mij was het verhaal ook, dat hij diezelfde weddienaar ook op die locatie zag fietsen .
Dit wekte ook groot onbegrip voor dit proces verbaal
Piet (en ook Jan), hartelijk dank voor dit mooie kerstverhaal. Dat het zo nog lang mag voortleven.
Mooi verhaal over Aad!
Het was en is hét fietstunneltje bij Koog Bloemwijk, en niet het voetgangerstunneltje, waardoor hij fietste. Aad werd bekeurd omdat hij door het fietstunneltje fietste. De wetsdienaar vond dat je door dat tunneltje (terwijl het een fietstunneltje was) niet mocht fietsen. Ten onrechte werd hij op de bon geslingerd, vond hij. Die bon wenste hij niet te betalen omdat hij vond dat een fietstunneltje er is om door te fietsen, want daar is een fietstunneltje voor bedoeld. Het woord zegt het al. Was hij in overtreding geweest en doordat hij door het voetgangerstunneltje had gefietst in plaats van door het fietstunneltje, dan had hij de bekeuring heus wel en direct voldaan.
Dank voor deze aanvulling Jan! Terecht dat hij de bon niet wou voldoen. Zou je ze niet, die dienders?!
mag je dan wel wandelen in een fietstunnel? kennelijk had men destijds ook al problemen met het stellen van de juiste prioriteiten.
Aad, zijn aanstekelijke lach, zijn woordkunst, gewoon een hele fijne vriend. Klopt Karin, om nooit te vergeten.
kan het me nog goed herrineren. beperkt aantal vrienden mochten naar binnen bij het buro. volgens mij ik ook. dat kerststukje weet ik nog. volgens mij vond hij het niet zo fijn.
Aad, om nooit te vergeten.