De A8 tussen de N246 (weg langs de Nauernasche Vaart) en de Coenbrug krijgt stiller asfalt.

Boskalis begint dit najaar met de asfalteringswerkzaamheden die tot in 2020 zullen doorlopen.

Het nieuwe ’tweelaags zoab-fijn’ is asfalt dat stiller is dan het asfalt dat er nu ligt (enkellaags zoab). Zoab staat voor ‘Zeer Open Asfaltbeton’.

Aanvankelijk zou er alleen in de buurt van de Middel in Westzaan tweelaags zoab-fijn komen omdat daar nog woningen langs de A8 staan “waar de geluidoverlast sinds 1986 zeer sterk is toegenomen” aldus Rijkswaterstaat.

Boskalis heeft aangegeven dat het efficiënter is om de hele A8 tussen de N246 en de Coenbrug aan te pakken. Rijkswaterstaat is hiermee akkoord gegaan:

“Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan de wens van gemeente en omwonenden. Tussen de Coenbrug en knooppunt Zaandam komt tweelaags zoab. Bij een snelweg zal altijd geluid hoorbaar zijn, maar de geluidbeleving zal wel verbeteren met het stillere asfalt.”

Voor de aanbruggen (het stuk voor en na het beweegbare deel van de brug) wordt onderzocht of daar ook stiller asfalt mogelijk is. Dit is afhankelijk van de draagkracht. Stiller asfalt is dikker, dus zwaarder.

Op het beweegbare deel van de Coenbrug blijft de huidige deklaag liggen. Dat is een slijtlaag die lichter van gewicht is.

Anti-bonk

Om het bonken van de Coenbrug te verminderen, wordt geluiddempend materiaal aan de onderkant van de brug aangebracht. Rijkswaterstaat:

“Het bonken wordt veroorzaakt door de brugklep en de holle ruimte onder de brug, die werken als een klankkast als er (zwaar) verkeer overheen rijdt. Alhoewel er geen normering bestaat voor dit soort geluid (klapperen van een brugklep), meent Rijkswaterstaat dat het wel degelijk hinder geeft. Daarom wordt gewerkt aan het beperken van de geluidshinder, wat 3 tot 5 dB zal schelen.”

Wanneer de geluiddemping wordt aangebracht is nog niet bekend. Rijkswaterstaat waarschuwt wel:

“het bonken van de brug blijft hoorbaar (ook doordat de rest van de weg stiller is geworden).”

Lees hier ons hele Coenbrug-dossier.

(foto’s: Rijkswaterstaat)