Het verhaal van boer Koeman in De Orkaan van afgelopen week, komt aardig overeen met de essentie van het boek dat ik nu lees: De meeste mensen deugen van Rutger Bregman.
Het verhaal past ook goed bij mijn eigen ervaringen met heldhaftige en toch gewone mensen, die bij branden en ongevallen in actie kwamen.
Door Anneke van Dok
Buren of toevallige getuigen lopen niet weg van een ernstig incident, om het vege lijf te redden, maar steken de handen uit de mouwen, met gevaar voor eigen leven. De Poolse jongeman, die in de golven van de Noordzee verdronk, nadat hij drie meisjes had gered, vormt een uiterst tragisch voorbeeld. Het meest recente staaltje van burenhulp hoorde ik gisteren op de radio: bewoners van Beiroet, die nog beschikken over een keuken, maken eten klaar voor dakloze medeburgers. Ontroerend.
Ook tijdens de brand in de MontBlanc tunnel, zo’n twintig jaar geleden, schoten omstanders lotgenoten te hulp, hoewel ze grote risico’s liepen. Zij redden mensenlevens, voordat hun taak door professionele hulpverleners werd overgenomen. Hoe snel de brandweer ook ter plaatse is, de eerste hulp moet van omstanders of buren komen. Het vuur verspreidt zich namelijk sneller dan een blusvoertuig kan rijden en giftige rook bedwelmt slapende bewoners al na enkele minuten. Daarom wordt er de laatste jaren steeds meer gehamerd op bouwkundige voorschriften, preventie en zelfredzaamheid.
Een echte Hollander kniest en mort over lange procedures en ‘pietluttige’ inspecties. Maar als de naam Het Hemeltje valt, wordt het stil, want dit drama van Volendam wordt nooit vergeten. Omdat het overal kon gebeuren, in overvolle cafés.
Boer Koeman praatte nogal laconiek en noemde zijn brand gekscherend De sensatie van het dorp. Gelukkig liep die, letterlijk met een sisser af, toen de brandweer arriveerde om te blussen.