Over de genotsmiddelen cacao en chocolade is veel geschreven in de loop der eeuwen. Vanaf het moment dat de cacao werd ontdekt door de voorvaderen der Maya’s tot vandaag de dag kun je allerlei, soms pikante, artikelen tot je nemen over cacao en chocolade.
Artikelen waarin naast de aangename vertroeteling van tong en gehemelte ook over geneeskracht, lustopwekking en levenskracht wordt gesproken.
Door Thijs de Gooijer
Godenspijs
In de oude verhalen uit de Mexicaanse overlevering is de cacao een geschenk geweest van de goden. Dit kostbare goed werd op aarde gebracht door een profeet genaamd Quatzalcault. Hij had de zaden van de cacaoboom meegebracht na een bezoek aan het paradijs. Na het kweken van de bomen en het eten van de zaden werd hij in zijn tijd een zeer wijs man. Niets was hem vreemd aan kennis en ook de natuur had geen geheimen voor hem. Zijn volgelingen onderwees hij in vele zaken zoals landbouw, sterrenkunde, wegenbouw en geneeskunde.
Het volk Anahnac koos hem daarom tot opperhoofd. Zijn wijsheid was groot en er was geen gelijke te vinden in die dagen. Hij liet Paleizen bouwen van ongekende schoonheid waar alles pracht en praal uitstraalde. De wanden van de kamers en sierbogen voor de poorten waren alle gemaakt van puur goud en zilver en bezet met flonkerende edelstenen wat vooral in het licht van de zon en maan een fantastisch schouwspel opleverde. In de paleistuinen waar heldere fonteinen klaterden wandelden de schoonste vrouwen te midden van exotische vogels en volmaakten het geluk van deze afgezant der goden.
In zijn grote wijsheid kon hij echter niet begrijpen en accepteren dat aan alle leven op aarde een einde wordt gemaakt door de dood. Behalve de goden is alles sterfelijk wist men, flora, fauna en de mens… niemand ontkomt aan het einde. Quatzalcault echter vermoedde dat er ergens een bron van eeuwige jeugd moest zijn, de mens die daaruit kon drinken zou voortleven tot in de eeuwigheid… die zaligmakende gedachte zette hem aan tot eindeloze speurtochten naar die zo gewilde kennis. Hij ging zelfs zo ver dat hij samen met tovenaars uit verschillende streken een geestverruimende drank brouwde waarvan men meende dat die het leven zou kunnen verlengen. Ja… zelfs tot de laatste dag.
Toen de drank gereed was nam Quatzalcault als eerste de gouden beker en dronk deze tot de bodem leeg. Niet lang daarna werden zijn daden vreemd en prevelde hij deels onverstaanbare woorden in een taal die niemand kende. De volgende dag bleek hij totaal krankzinnig te zijn geworden. Hij vaardigde bevelen uit die niet veel later de ondergang betekenden voor zijn volk. Zijn prachtige paleizen liet hij verwoesten en hij verdween naar de streek Yucatan waar hij zou zijn opgenomen door de grote Geest. Later werd hij aanbeden als Vatan, de met veren uitgedoste slang. Zijn grootste nalatenschap was de landbouw en sterrenkunde… de mensen wisten nu dat men mais moest drogen om te kunnen verbouwen en de moeilijke kennis om cacao te telen en eetbaar te maken was nu wijdverspreid onder de vroege bewoners van Mexico.
De mythe van de cacao
Vast staat dat de Maya’s en hun nakomelingen al vroeg bijzondere krachten toekenden aan de cacaodrank. Zo kregen geliefden voor hun huwelijksnacht cacao te drinken maar ook de mannen die aan de godinnen werden geofferd kregen cacao als laatste maal zodat zij hun godinnen van water en vuur fier en sterk tegemoet konden treden. Van generatie op generatie bleef de mythe standhouden al dan niet gesterkt door persoonlijke ervaringen.
Toen de Spaanse conquistador Cortes in de vroege 16e eeuw kennis maakte met de machtige Keizer der Azteken genaamd Montezuma had Donna Marina, zijn Indiaanse vrouw, hem al verteld dat de keizer aan de cacao veel betekenis toekende. Zo zou hij voordat hij naar zijn harem ging 50 koppen cacao tot zich nemen. De Spaanse geschiedschrijver Castillo heeft dit later bevestigd maar vertelde erbij dat Montezuma na het nuttigen van die cacao niet in de armen van de vele vrouwen in zijn harem terechtkwam maar hij zich in de oksel van Morpheus nestelde en voorlopig niet meer wakker werd. Maar ook dit: de Italiaanse schrijver Benzonimus van Italien schrijft dat de indianen in Nicaragua de gehele dag en een groot gedeelte van de nacht door konden dansen en feesten na het drinken van vele koppen cacao.
Bontekoe
Door de jaren heen bleef er rondom de cacao en later ook de chocolade een waas van verhalen hangen die handelden over geneeskracht, opgewektheid en vooral het stimuleren van de verliefdheid tussen mannen en vrouwen. Vooral dat laatste was een gewild onderwerp in vele bladen en verhalen. Enkele voorbeelden zullen we de lezer niet onthouden. Mogelijk kan dit helpen Uw eigen mening te vormen.
Halverwege de 17e eeuw werd het verboden aan de zusters en broeders in de vele kloosters verboden om cacao te nuttigen. Er zouden te veel gesprekken over de liefde gaan en er zouden onzedelijke handelingen plaatsvinden. Aldus professor Rauch in 1625. De prof werd later geschorst vanwege de details die vele lezers rooie oortjes bezorgden. Ook gaven de kerkmeesters een verbod uit om cacao thuis te nuttigen. Iets wat overigens niet lang gestand hield. Men verwees voor het genot naar de cacaohuizen die halverwege de 17e eeuw in grote steden werden geopend en waar men cacao kon nuttigen. Men hoopte dat de sociale controle in die huizen uitspattingen zouden tegengaan.
De arts C. Dekker, beter bekend als Bontekoe, publiceerde in 1679 een stuk waarin hij cacao voorschreef als een uitstekend middel tegen lusteloosheid en zwakte. Het zou zelfs beter zijn een onsje cacao te nuttigen dan een pond rood vlees.
Madame de Pompadour
Het gebruik van cacao en chocolade in Europa was allereerst een privilege voor de rijken der aarde. Vooral aan het hof en bij de adel was het in exclusief gebruik. Uiteraard het eerst in Spanje waar alles begon maar excessen waren aan het strenge katholieke huis van Karel de 5e en zijn volgelingen uit den boze. In Frankrijk werd de cacao vooral bekend door de Spaanse gemalin van Lodewijk de 14e. Koningin Maria Theresa nam haar Spaanse kamermeisje mee naar het Franse hof en deze vrouw had maar liefst 80 recepten op haar lijstje met als basis de cacao. Zijne excellentie vond elke avond een andere chocoladeversnapering op zijn nachtkastje. De liefde zou hoogtij vieren daar. De Franse pers en tijdgenoten van het echtpaar hadden het over een ‘passionele relatie’.
Dat de koning mogelijk ook een scheve schaats reed blijkt uit het volgende: in een artikel beweerde Lodewijk de 14e dat de in die tijd “femme fatale” Madame de Pompadour frigide zou zijn, hoe hij aan die kennis kwam bleef duister maar enkele dagen later schreef zij publiekelijk terug dat hij zijn mening zou herzien als zij nu eens hun bloed zouden opwarmen voor een nachtje samenzijn met cacao… aldus Madame.
De Spaanse en Franse adel droegen flink hun steentje bij aan de mythe. Als een Markies een oogje had op een bevallige Barones liet hij door lakei een doos dure chocolade bezorgen. Als de doos ongeopend terugkwam had hij een blauwtje gelopen en kwam op de wachtlijst. Werd de doos echter aangenomen was hij ervan verzekerd dat hij eens langs mocht komen om gezamenlijk een kopje thee te drinken. De cadeaus aan elkaar werden echter steeds duurder en tenslotte zo hoog aan het Franse hof dat de chocolade resoluut van de kaart werd geschrapt. In die tijd was het normaal dat zeker driemaal per week er een feest aan het hof werd gegeven wat tot in de kleine uurtjes duurde en waarbij de gordijnen gesloten waren. Feestjes waarin de dure chocolade-cadeaus als wilde eenden door de zaal vlogen.
Vermeldenswaardig is een artikel in een editie van de spectator uit 1712 waarin de lezer wordt gewaarschuwd door een arts der eerbare zedelijkheid die schreef: ”Tijdens de aankomende jaarfeesten wil ik de lezers wijzen op het zedelijk verval. Het ware beter niet teveel romantische boeken te lezen, alsmede andere zinneprikkelende lectuur. Ook het gebruik van sterke drank en cacao raad ik sterk af“.
Ook de beeldschone en landelijk bekende Madame Du Barry schonk volgens haar bedienden de vele minnaars van adel koppen cacao voordat zij het bed met hen deelde. Datzelfde verhaal deed ook de ronde over de beroemde vrouwenveroveraar Casanova als hij een afspraakje had met een minnares.
Cacao en chocolade vandaag
Uiteindelijk is de cacao ook betaalbaar geworden voor de gewone burger en begon men naast anijsmelk en bier nu cacao te drinken. Later kwam daar de fijne chocolade bij. Toch zijn de verhalen rondom dit heerlijke bruine goedje actueel gebleven. Het zou goed zijn tegen rimpels, je wordt er vrolijk van, het zou lustopwekkend zijn en een prima middel tegen een depressie.
Wat er allemaal van waar is mag U zelf oordelen maar vast staat dat er in chocolade een aantal bestanddelen zitten die wel een rol spelen in de zaken die we genoemd hebben.
Veroudering en rimpels
Zo hebben Britse onderzoekers aan de universiteit van Brighton vastgesteld dat in pure chocolade (>70%) antioxidanten zitten (flavonoïden genaamd). Als de jaren verstrijken en we worden ouder gaan onze lichaamscellen zich minder vaak delen. Er treedt veroudering op in huid, haar enz. Tijdens het onderzoek voegden de geleerden flavonoïden toe aan de menselijke cellen. Het ongelooflijke gebeurde: de cellen begonnen zich weer sneller te delen. Was dit dan de bron der jeugd waar Quatzalcault zo naar heeft gezocht vele eeuwen geleden? Verder onderzoek zal nodig zijn.
Antioxidanten beschermen bovendien je lichaam tegen vrije radicalen. Als die vrije radicalen niet geremd worden door de antioxidanten veroudert het lichaam sneller, loop je ziektes en andere klachten op. Cacao bevat 20x zoveel antioxidanten als blauwe bessen. De antioxidanten in cacao maken bovendien het goede cholesterol aan in je bloed.
Lustopwekkend en verliefdheid
Onderzoekers in België volgden meer dan 200 klanten die een boekwinkel kwamen bezoeken. In de boekwinkel werd een chocoladegeur verspreid. Het bleek dat er meer romantische boeken werden verkocht als in winkels waarin geen chocoladegeur hing, als dit waar is zou er een onderzoek moeten worden gestart of er in de Zaanstreek meer boeken worden verkocht waarin liefdesverhalen staan. In onze streek heerst namelijk elke dag een cacaolucht, voor vele aangenaam voor andere wat minder.
Uit onderzoek is verder gebleken dat in cacao een stofje voorkomt dat fenylalanine heet. Dit stofje wordt omgezet in je lichaam in dopamine. Dopamine staat erom bekend dat het je geluksgevoel en concentratievermogen verhoogt. Bovendien verhoogt dopamine je libido… er zit nog een ander stofje ook in cacao en dat heet fenylethymaline, en dat stofje geeft je een verliefd gevoel.
Gelukkig en blij
Dat je blij wordt en een gelukkig gevoel krijgt van het eten van chocolade is ondertussen wel bewezen. Als je chocolade eet komt er een stofje vrij in je hersenen en dat heet endorfine. Het is een stofje wat je een gelukkig en opgewekt gevoel geeft. De endorfineaanmaak in je lichaam wordt gestimuleerd door bepaalde bestanddelen die in pure chocolade voorkomen zoals suiker en vet. Ook is de smaak van chocolade voor vele mensen een genot wat direct door de hersenen wordt vertaald in een tevreden en fijn gevoel.
Medicijn
In de 17e eeuw waren medici het erover eens dat cacao wel gezonde elementen bevatte. Henry Stubbe (1632-1672), een Engelse arts werkzaam het hof, reisde naar veel landen om de effecten van cacaodrank te onderzoeken. Toen hij terugkwam publiceerde hij het boek The Indian Nectar. In dit boek verteld hij alleen maar over hoe goed de drank wel niet was.
In Frankrijk werd cacao medisch goedgekeurd in 1661. De wijsgeer Brillat-Savarin (1755-1826) maakte na een uitgebreid onderzoek een hele lijst met voordelen. “Chocola, indien met zorg bereid, is een gezonde en aangename vorm van voedsel… het is zeer geschrikt voor personen die zich mentaal moeten inspannen, predikanten, advocaten en vooral reizigers… het past de zwakste maag, heeft goede diensten bewezen in gevallen van chronische ziekten en is nog steeds het laatste redmiddel bij ziekten aan de pylorus.” Een Franse dokter kwam ook tot de conclusie dat chocola uitstekend was voor een gebroken hart. Hij schreef het volgende op: “Wie liefheeft en het ongeluk treft te moeten lijden aan de meest universele amoureuze ziekte, zal (in chocola) de meest verlichtende troost vinden.”
De Zaanstreek
Wat er allemaal waar of niet waar is wat er is beschreven in dit artikel zult U misschien zelf wel ondervinden. Vast staat dat pure chocolade goed is voor een mens zijn gestel in tegenstelling tot sommige dieren zoals honden en paarden die kunnen sterven aan het eten van chocolade. In de Zaanstreek wordt een flinke hoeveelheid cacao geproduceerd. Grote fabrieken zorgen voor die enigszins zoete, bittere geur die u bij een bepaalde wind elke dag kunt ruiken. Zou het waar zijn dat Zaankanters langer leven? Dat ze minder rimpels hebben? Dat ze vrolijker zijn dan andere streken in ons land? Wie zal het zeggen?
Wat een bijzonder goed verhaal over de cacao in de Zaanstreek..
leuk om gelezen te hebben.
Wat een leuk en interessant verhaal! De verwijzing naar de cacaogeur in de Zaanstreek bracht me weer even terug naar de streek waar we 50- jaar gewoond hebben, een geur die ik ook al kende van de Blooker fabriek in Amsterdam waar ik als kind vlakbij woonde. Toch een beetje heimweegevoel naar die geuren die me tot afgelopen november vertrouwd waren, al ruikt het hier in het oosten heerlijk naar bos. Ik weet nu de oplossing: gewoon een grote beker chocolademelk maken, een goed idee voor 's avonds in plaats van caffeïnevrije koffie en dan even je ogen dicht doen en genieten.