In tijden van nood worden mensen enorm creatief.
Zo stelde Paula Sweers haar kapsalon in Zaandam, waar ze niet meer mocht knippen en föhnen, beschikbaar aan Arjan en Miranda, die hun bloemen niet meer op de markt mochten verkopen.
Door Anneke van Dok
Onze premier nodigde zijn onderdanen zelfs uit om na te denken over oplossingen voor na de Coronacrisis. Op de televisie zie ik hoe onderwijzers worstelen met het dilemma om hun school weer te openen, zonder alle leerlingen in één lokaal op anderhalve meter afstand te kunnen plaatsen. Dit alles zette mij als oud-wethouder van onderwijs, aan het denken.
De eerste herinnering die mij te binnenschoot, was aan de ijskoude winter van 1956 toen de Wilhelminaschool in Zaandam een oplossing vond om energie te besparen. Alle scholen werden daartoe opgeroepen door de toenmalige regering, omdat er een oliecrisis was ontstaan door de afsluiting van het Suezkanaal door president Nasser van Egypte. De lessen begonnen vroeg in de ochtend en eindigden vroeg in de middag. Als leerling van de derde klas vond ik dat geen probleem.
Het tweede beeld in mijn geheugen dateert uit 2004, in Ambon (Indonesië), waar ik een basisschool bezocht in het kader van een stedenband. Na een burgeroorlog tussen moslims en christenen waren veel overheidsgebouwen platgebrand, waardoor er schaarste aan schoollokalen was ontstaan.
In de basisschool die ik bezocht, had men een slimme oplossing bedacht. Het gebouw werd door twee scholen gebruikt: van ’s morgens vroeg tot het middaguur door de leerlingen van de ene school, en ’s middags tot de vroege avond door leerlingen van school nummer twee.
Deze methode kan ook worden toegepast om één school te splitsen en zo ruimte in de lokalen te creëren. De onderbouw ‘s morgens en de bovenbouw ’s middags. Parttime docenten zouden dan wel (een halve dag) fulltime moeten gaan werken. Ik vind wel dat de leerkrachten zelf hun creativiteit mogen inzetten om oplossingen te zoeken die bij hun leerlingen passen. Kinderen met leermoeilijkheden, die een nog grotere achterstand hebben opgelopen, krijgen wat mij betreft altijd voorrang.
Maar dan het sanitair, waar meerdere kinderen gebruik van maken. Wie gaat er na elk bezoek met de glorix ( sorry, milieu, nu even niet) langs bril kranen en handgrepen? Heb ik het nog niet eens over de jonkies die nog wat moeite hebben met mikken.
En hoe hou je de onderbouwkinders in de pauze uit elkaars vaarwater?
Ik zie in de speeltuin kinderen uit verschillende gezinnen samen in de vogelnestschommel, die is geen anderhalve meter breed. Iedere ouder van jonge kinderen weet: elk heersend snotje of griepje nemen ze gezellig mee naar huis.je moet er niet aan denken als die kinderen vervolgens weer gezellig samen naar school gaan....
Ik zie ook hoe onze juf ( en haar collega's(via videobellen de kinderen die het nodig hebben extra begeleidt. Het vergt heel veel van ze, maar volgens mij gaat het best goed zo. (Wat voor kleur hart zou je voor leraren in je raam kunnen hangen?)