In deze aflevering staan we stil bij een aantal duivensoorten. Ook deze zijn in stad en dorp heel algemeen, en vaak vergeet je bijna dat ze er zijn, zo gewoon is het.
Het koeren van duiven is denk ik iedereen wel bekend, en zo niet dan is dit een mooie opstap.
Door David Sluis
De duif onder de duiven, is wat mij betreft de Houtduif. Zo rond de ochtenschemering begint hij van een hoog punt, zoals een dak of boom te koeren; roekoe, roekoe. Je kunt dat nadoen door je handen tegen elkaar te vouwen, alsof je een sneeuwbal maakt, en dan op je duimen blazen. Een diepe donkerbruine klank komt tevoorschijn, gelijk de Houtduif. Luister maar naar de uit vijf lettergrepen bestaande zang..
Wat zeker zo aansprekend is, is de baltsvlucht van de Houtduif
Een golvende vlucht met grote amplitude, waarbij zijn vleugels op het hoogste punt een ‘pets‘ geluid voortbrengen. Dit komt door een zeer snelle vleugel beweging, als van een zweep, pets! Houtduiven kunnen meerdere legsels per jaar produceren en de jonge duiven worden in het begin gevoed met duivenmelk, een voedzame brei uit de krop van de duif.
Een andere nu veel geziene en gehoorde duif is de Turkse tortel. Inderdaad van Turkse komaf, welke zich vanaf het midden van de vorige eeuw sterk heeft uitgebreid richting onze contreien. Hij broedt vaak al heel vroeg. De uitdrukking “tortelduifjes” geeft een mooi bruggetje naar zijn gezang. Als je namelijk bij een stelletje tortelduifjes (de mensen welteverstaan) bedenkt dat ze dikwijls het drielettergrepige “I love you” tegen elkaar zeggen, dan kun je dit ook terughoren in de zang van de Turkse tortel. Luister maar eens goed.
Er bestaan nog twee andere wilde duivensoorten, maar deze zijn minder algemeen, dus niet besproken. Het zijn de Holenduif en de Zomertortel. De eerste kom je in wat meer kleinschalige agrarische omgeving tegen, bv bij dorpslinten en polders. Hij lijkt sterk op de Houtduif maar is kleiner en mist de kenmerkende witte banden over de vleugels en de witte keelvlek. In de vlucht, welke overigens meer rechtlijnig is dan golvend (als een postduif), is dit gemakkelijk te zien. Soms kun je ze gezamenlijk met Houtduiven in een akker al pikkend aantreffen. De Zomertortel is de enige trekkende duif en bij ons zeldzaam.
Tot slot nog even over:
“Alle duiven op de dam, sjalalalie sjalalala,
ja die weten hoe het kwam, sjalalalie sjalalala,
want ze zaten op je schoot, sjalalalie sjalalala,
en je gaf ze stukjes brood, sjalalalie sjalalala…”
De gedomesticeerde stadsduif, welke hier bedoeld wordt, is oorspronkelijk een Rotsduif, een wilde soort uit bergachtige streken.
Groentjes!
PS: i.v.m. de volksgezondheid rondom het Coronavirus, houdt je aan de gegeven leefregels, ook tijdens vogelen!
Weer een mooi verhaal David.
Toen wij in Assendelft kwamen wonen, 20 jaar geleden, zagen we verschillende vogelsoorten in onze achtertuin.
We hebben toen een telling gemaakt van het aantal soorten die wij konden bewonderen.
Dit is door de nieuwbouw, industrie en het overmatig vliegverkeer hard teruggelopen.
Wat betreft de Turkse tortel is het zeker hard achteruit gegaan.
Telden we op 1 dag soms 30 tortels , tegenwoordig zijn het er slecht 2.
Door regelmatig te voeren hopen wij de vogelstand in onze achtertuin te behouden zodat wij kunnen blijven genieten van deze ''VRIJE VOGELS''
Blijf het een mooi geluid vinden David, bedank weer voor deze les.
Het viel mij lang geleden al op dat ze vaak het geluid maken :
Roekoe koe koe koe, roekoe koe koe koe, roekoe koe koe koe , en dan als afsluiting nog één keer koe :-)
Heb ik altijd grappig gevonden.