Ik stond in de rij voor de kassa van de Lidl om een pakje feta, een tros druiven en vier kadetjes af te rekenen.
Voor mij schoven volgeladen karren steeds een stukje op tot de kassière een foutje maakte, hulp inriep en de wachttijd met vijf minuten verlengde.
Door Anneke van Dok
Voor en achter me ontstonden interessante conversaties over de toestand in de wereld. Zo vroeg mijn achterbuurman zich hardop af wat er nog te beleven viel nu alles wat hem wekelijks bezighield, was verboden. Het was een filosofische verzuchting, waarop zo gauw geen antwoord voorhanden was. Terwijl ik toch nog maar een pak spaghetti in mijn kar wierp, dacht ik diep na over het probleem van mijn achterbuurman, waarover anderen ook hun mening begonnen te uiten.
‘Maak een strandwandeling,’ wierp ik op. Maar dat was niet leuk zonder biertje in een strandtent of cafetaria.
‘Lees een boek,’ gaf ik als suggestie, in de wetenschap dat in de boekwinkels nog geen hamsterdrukte was ontstaan. Met: ‘De bieb is dicht,’ bemoeide een andere klant zich met de kwestie. Zaterdag geen disco, zondag geen voetbal, woensdag geen korfbaltraining en donderdag geen bridgedrive. Wat een armoe.
Hoe vermaakten we ons in de tijd, dat er zelfs geen televisie was en de winkels om zes uur dicht gingen? Wie jong was, speelde op straat: trefbal of bussietrap. Mijn opa ging naar de Burcht om klinkers te werpen als Zaans alternatief voor jeu des boules en de vrouwen breiden: sokken met hieltjes of borstrokken.
Het aardige van de lege agenda’s was, dat er in de lange rij voor de kassa een gesprek op gang kwam. En misschien is dat wel het antwoord op de vraag: wat valt er nog te beleven. Premier Rutte en minister Bruins reiken ons dagelijks nieuwe onderwerpen aan, waar het ons voorheen aan gesprekstof ontbrak. Ik heb het onderwerp stikstof echter geen enkele keer horen noemen, hoewel de lijst met verboden wel eens de oplossing kon zijn voor dat probleem: geen vliegtuigen, geen vervuilende activiteiten en weinig verkeer omdat iedereen thuis werkt.
En zo heeft het nadeel toch weer een voordeel.
Hier op Gran Canaria mag er bij de supermarkt maar 1 persoon tegelijk naar binnen als er een ander naar buiten gaat. Voor je naar binnen mag moet je je handen ontsmetten en plastic handschoenen aantrekken. Ook moet je overal voldoende afstand houden van de andere klanten. Voelt toch beter dan wat ik nu zie in Nederland.