Stel ik stap morgen op de fiets naar centrum Zaandam en schiet daar heren van boven de 50 aan met de vraag “waar denkt u aan als ik zeg, Goudhaantje?” Dikke kans dat een flink percentage dit associeert met de bekende Zaanse profvoetballer Jonny Rep!
Mijn persoonlijke associatie is niet met de voetballer, maar met een reclame die rond 1975 veelvuldig werd uitgezonden op Radio Veronica. Ik wilde je hem niet onthouden:
“In tien minuten tijd brengt U iets lekkers in de kamer, Goudhaantje Goudhaantje van Herman Kramer, vacuümverpakt en in roomboter gebraden, Herman Kramer’s haantjes zijn gewoon niet te versmaden.”
Alhoewel de reclame destijds aanzette tot kwijlen, een klassieke Pavlov, heb ik het genoegen nooit mogen smaken. We aten thuis 9 van de 10 keer gehaktballen. Niet van die lullige, maar ‘huis’ gedraaide 300 grams maaltijdballen van Slagerij Bakker in Westzaan. Ik heb jaren een website gerund die louter was ingericht rondom deze gehaktballen. Diepzinnige verhandelingen over de gehaktbal, recepten, en ca 500 grappen. Ik ben één keer benaderd door een ondernemer die de oer-Hollandse gehaktbal weer op de Nederlandse kaart wilde zetten, en de humor van de site als vehicle zag. We dwalen af…
Maar hoe kom ik nu bij het onderwerp Goudhaantje? Ik zal het je vertellen. Een week of wat geleden zat ik in de woonkamer wat te lezen toen een puntige tik op het achterraam te horen was. Ik wist eigenlijk direct hoe laat het was, het was namelijk vaker gebeurd. Een vogel tegen het raam. Ik snelde naar de deur en zag het beestje in een ongemakkelijke houding roerloos op het dit jaar gestrate terras liggen. Ik ging er eigenlijk vanuit dat het weer die Roodborst zou zijn van een maand geleden. Die wist het te presteren om 2 keer op één dag tegen het raam te vliegen (“Roooodborstje, tikt tegen het raam, tik, tik, tik…) Maar nee, het was iets geheel anders. Je raadt het al misschien, het was een Goudhaantje!
Ik heb voorzichtig het beestje opgepakt. Het zag er niet best uit, maar zijn nek was niet gebroken. Er stond nog een grote doos van een bestelde slow cooker in de woonkamer. Ik heb deze gepakt en de bodem bedekt met een groen geruite theedoek. Daarop heb ik het versufte Goudhaantje gelegd en gekeken wat er ging gebeuren. Na ca 10 minuten kwam er weer wat leven in, en na een kwartier stond hij wankel op zijn pootjes. Hij keek nog glazig en verward uit zijn ogen, zoals je soms midden in de nacht wakker wordt en niet weet dat het jouw eigen slaapkamer is. Dat gaf me wel de gelegenheid om wat mooie plaatjes te schieten van deze bijzondere vogelsoort.
Het Goudhaantje is een zangvogel, en wel het kleinste van Europa (samen met het Vuurgoudhaantje). Hij is nog kleiner dan bijvoorbeeld de Winterkoning. Er bestaan trouwens ook niet zangvogels. Denk hierbij bijvoorbeeld aan eenden en roofvogels. Een soort als de Zwarte kraai is weer wel een zangvogel, al zal je dit misschien vreemd in de oren klinken, gezien het beperkte repertoire van de Zwarte kraai, kra kra..
Goudhaantjes wegen doorgaans zo’n 6 gram, en zijn dus veder-veder licht. Ze zijn niet algemeen als broedvogel (bij ons), maar dat komt doordat ze vrij sterk aan Coniferen (naaldbomen) zijn gebonden en die zijn niet heel sterk vertegenwoordigd in de Zaanstreek. Zijn grootste Nederlandse verspreiding is vooral op de Pleistocene zandgronden met dito Naaldbos in het oosten van het land. Maar ook in grote delen van Europa is hij algemeen. Volgens de Zaanse natuuratlas komt hij voor in het Twiske. Dit zou goed kunnen. Ik ken hem echter ook het uit Veldpark in Zaandam, maar wellicht komt hij nog op andere plekken voor, ik schat in van wel. Het is een soort die je net als de (eerder behandelde) Boomkruiper, vaker hoort dan ziet. Ook de Goudhaan heeft een korte naaldhoge triller die, als je m eenmaal een paar keer hebt gehoord, gaat opvallen. Mensen van wat hogere leeftijd zullen moeite krijgen deze hoge tonen te horen, alhoewel moderne gehoorapparaten dit wellicht kunnen ondervangen? Wel is verwarring met de Vuurgoudhaan mogelijk die een net iets andere strofe kent op dezelfde toonhoogte, maar nog minder voorkomt. De Goudhaan huist vaak hoog in de boom, wat zijn waarnemen nog extra bemoeilijkt. Het is een heel klein schattig diertje.
Opvallend is zijn korte, kleine puntige snaveltje welke hij gebruikt om kleine ongewervelden (o.a. insecten en spinnen) mee te verschalken. Ze maken bolvormige nestjes hoog aan de takken van de naaldbomen. Meestal met 8 tot 10 eieren erin. Dit is haast niet voor te stellen bij zo een klein ding. Dit kunstje kunnen ze soms nog twee keer per jaar herhalen ook! Waarom zou zo een klein vogeltje zoveel nakomelingen produceren? Het antwoord is even simpel als evolutionair verklaarbaar tegelijkertijd; doordat het overlevingspercentage van de Goudhaan behoorlijk laag is. Een strenge winter kan bv een aanslag zijn op de populatie Goudhanen. Het is dus zaak om veel nakomelingen te produceren om zodoende de soort in stand te kunnen houden. Er zijn ook vogelsoorten die bijvoorbeeld maar 1 ei produceren. Dit lijkt weinig, maar de overlevingskans is ook veel en veel groter. En zo heeft elke vogel (en elk ander organisme) strategieën om de soort in stand te houden. Dit is veelal door een bepaalde evolutionaire selectiedruk (bv predatie of voedselbeschikbaarheid) zo gevormd.
Het Goudhaantje heet officieel Regulus Regules. Regulus is het Latijnse verkleinwoord van Rex. Rex betekent Koning (van Tyrannosaurus Rex). Dus iets van kleine Koning. De Engelse benaming is Goldcrest, oftewel Goudkuif. Deze namen slaan op het gele midden-streepje op zijn kop. Deze kan hij net als een Kaketoe opzetten, en dan heeft het iets weg van een kroontje, hanenkam of kuif.
In de herfst en winter trekken Goudhaantjes uit noordelijke streken massaal naar onze contreien. Best een afstand voor die kleine vleugeltjes. ‘Onze’ Goudhaantjes blijven meestal hier, en zijn in die zin standvogels (i.p.v. trekvogels). De trekkers kun je ook dan in tuinen aantreffen, en dat was waarschijnlijk bij mij ook het geval. Ze zijn niet schuw en je kunt ze vaak op enkele meters benaderen als je dat rustig doet.
Heel bijzonder vond ik de foto die ik maakte van zijn rug verenkleed. Ik heb die foto aan twee mensen laten zien en die kwamen met de volgende spontane associaties: “Het lijkt wel het kapsel van Trump!” en “Ik zie er een Pokémon in”. Inderdaad lijkt het wel een soort van haar. Veren zijn evolutionair gezien ontstaan uit haren. Ze bestaan ook goeddeels uit dezelfde samenstelling, nl: Keratine. Met enige fantasie zie je hier een intermediair tussen haren en veren in. Ik weet nu niet wat de functie is van deze ‘extra’ veren, maar misschien heeft het iets met warmte-isolatie van doen? Iemand…?
In ieder geval was na ca een half uur de doos van de slow cooker weer leeg. Een klein poepje op de theedoek was nog het enige wat deed denken aan deze bijzondere ‘aanvaring’. De vogel was gevlogen, eind goed al goed.
Leve Regulus Regulus, HOERA! HOERA! HOERA!
Groentjes!
In mijn tuin in de Westerwatering zag ik toevallig deze week, na jaren, weer een goudhaantje. Een aantal jaren geleden zag ik ze meer. Maar ja, alle tuinen veranderen in stenen plaatsen en daar hebben ze letterlijk niets te zoeken.
Wat interessant om te lezen; ik had er nog nooit van gehoord en heb er ook nog nooit 1 gezien.
Goudhaantjes ben ik ook diverse keren tegengekomen in het Vijfhoekpark.
Heb ze laatst nog gezien op het Vissershop en ze zitten ook regelmatig in onze achtertuin :-)
Inderdaad, mooi verhaal.
Wat een vreselijk idee dat zo'n piepklein vogeltje tijdens het urenlange vuurwerk met oud en nieuw hoog in de lucht moet blijven vliegen. Geldt trouwens voor alle vogels. :-( (Mooi verhaal en mooie foto's)