Vrijheid van meningsuiting en een vrije pers zijn essentieel voor de democratie en moeten niet door politici, maar altijd door de journalisten zelf worden gewogen en bekritiseerd.
Niet als zelfcensuur, maar uit gewetensvolle reflectie op de essentie van hun verantwoordelijke vak.
Door Anneke van Dok
In dit licht begon mijn Zaanse week heel verdrietig en tobberig. Toen mijn column over woningnood vorige week dinsdag in de Orkaan verscheen, werd bekend dat mijn vroegere collega Ella Vogelaar was heengegaan. Ik vond het pijnlijk dat mijn kritische noot samenviel met haar tragisch sterven.
Mijn pijlen waren evenwel niet op de voormalige bewindsvrouw gericht, maar op degenen die verantwoordelijk waren voor de afbraak van het sociale huisvestingsbeleid en de creatie van de ministerspost Wijken. Ella maakte een start, die niemand ambieert. Ze werd het bos in gestuurd met een budget, dat bijeen was geschraapt uit de budgetten van de woningcorporatie. En met het waanidee, dat wijken door een regering kunnen worden verbeterd. Hoewel ze zich voor honderd procent inzette , kreeg ze de volle laag in de pers.
De naam Vogelaar zal altijd verbonden blijven met de manier waarop ze op de televisie werd geschoffeerd, maar ook met krachtwijken zoals Poelenburg, waarvoor zij zich zo sterk maakte. Hoewel het fout is een link te leggen tussen haar zelfgekozen dood en de manier waarop zij werd behandeld, knaagde mijn geweten over mijn eigen handelen als politica, maar vooral als journalist van de Typhoon en De Orkaan. Eigenlijk hoop ik dat mijn (oud)collega’s ook een onrustige week hebben doorgemaakt.
Mijn Zaanse week eindigde positief, met een zondagmiddag in het Zaantheater om te genieten van Mens durf te lezen (met jeugdliteratuur als thema) en gisteravond met de grote Zaanse geschiedenisquiz. Ik mocht de Orkaanploeg naar een zege leiden, maar helaas schoten geheugen en kennis van het Zaanse verleden ons tekort. We vreesden na de eerste ronde dat de poedelprijs ons ten deel werd, maar uiteindelijk bevonden we ons in een veilige zone net onder het midden. Zo’n bijeenkomst, grondig voorbereid door het Gwemeentearchief, geleid door een energieke Merel Kan en bijgewoond door een bijna volle zaal, geeft de burger moed en veel positieve energie voor een nieuwe week.
Ik snap het van het knagende geweten. Maar het kritische vragen is de taak van de verslaggever. Tot een grens, het onbetamelijke, onbeschofte. dat vind ik onvergeeflijk.