Toen ik afgelopen week de gezellige en goed bereikbare weekmarkt van Wormerveer bezocht en de kleuren en geuren van het zeer uiteenlopende aanbod op de kramen tot mij nam schoot mij ineens de gezongen reclame commercial van vóór de euro te binnen:

‘Op de markt is uw gulden een daalder waard’.

Ik vroeg me af of deze slogan met de komst van de euro aangepast had kunnen worden maar wist daar het antwoord zelf wel op. Niet.

Die daalder, dat was toch een vreemd verzinsel destijds want die munt hadden we helemaal niet in onze portemonnee. De waarde van anderhalve gulden was eigenlijk een luchtkasteel want als je met een gulden iets wilde kopen van één gulden vijftig dan kon dat weer niet.
Drs.P (wie heeft hem níet gekend) maakte daar destijds een lied over die ik nog even beluisterd heb.
Op z’n bekende Drs.P-krakerige toontje laat hij weten zich zo bedonderd te voelen door die gulden-daalder belofte dat uiteindelijk de wereld zo’n beetje in brand stond.
Bizar grappig en ook een beetje flauw natuurlijk want het was alleen maar bedoeld om mensen naar de markt te trekken waar ze bij het boodschappen doen meer waarde kregen voor hun gulden dan elders.

De daalder ís ooit wel geslagen maar dat was in 1500. In deze stokoude munt paste 30 stuivers en 30 x 5 cent maakte dan weer 1,50. De rijksdaalder ontstond daar ooit weer uit, waarvan de waarde 50 stuivers dus 2,50 was. Deze munt hebben we zeker gekend en die hadden we maar wat graag in de portemonnee.

Bij het invoeren van de euro in 2002 verdween de verzonnen daalder stilletjes mee met het overige ‘oude’ geld en liet wel een aantal spreekwoorden achter waarvan deze mijns inziens het bekendst is: ‘de eerste klap is een daalder waard’ oftewel: ‘een goed begin is het halve werk’.

De markt, ik vind het een fijne levendige plek in een stad. Helaas dringen minder goede berichten door als zou het fenomeen markt geen lang bestaansrecht meer hebben en op de nominatie staan om te verdwijnen. Net als het echte winkelen moet ook het markthoppen het afleggen tegen het webshoppen, wie is daar nu eigenlijk blij mee? Ik in ieder geval niet, ik shop heus ook weleens web maar alleen als ik iets speciaals zoek en het in de (stenen)winkel niet kan vinden. Dan kan het een uitkomst zijn maar verder is dat speuren op het wereldwijde web best tijdrovend, saai en eenzaam. En wat een gedoe weer als de bestelling tegenvalt en teruggestuurd moet worden…

Waar vind je het nog, zo’n verscheidenheid aan bijvoorbeeld: knoopjes, ritsjes, garen, bandjes en kantjes, lappen stof, knotjes wol, sokken en panty’s, schuimrubber, wenskaarten, dropjes, bloemen en planten, kaas, fruit, vis, brood, en versgebakken stroopwafels?

Ik hoor de markkooplui weleens mopperen als ze een slechte dag hebben gehad. Dan werkt het weer niet mee en komen er op zo’n dag weinig mensen. Dan bedenk ik dat marktkoopman/vrouw zijn eigenlijk ook een echt vak is. ‘s Morgens moeten ze al vroeg aanwezig zijn en beginnen ze de dag met goede verwachtingen. En vooral dat gewaardeerde praatje met de klanten maken, even een kwinkslag hier en een grolletje daar, leuke acties bedenken, het hoort er allemaal bij.

Dus deze slogan zou wel kunnen: “Op de markt is alleen de gezelligheid onbetaalbaar’’.

*Ruth*