De sociale woningbouw uit de eerste helft van de vorige eeuw leverde karakteristieke woonwijken op met huizen die nu zo’n 100 jaar oud zijn. Wat daarmee te doen? Sloop, renovatie of niks aan doen?
Zaanstad liet onderzoek naar de cultuurhistorische waarde van de wijken doen. Uit dat onderzoek put De Orkaan deze zomermaanden.
Vandaag: de Burgemeestersbuurt (1938-1939)
Van ons huis tot aan dat van mijn vriend Rob Berghege was het 686,5 meter. Wij woonden in de Bomenbuurt, om precies te zijn aan de Meidoornstraat; Rob woonde in de Burgemeester Van der Stadtstraat, in de Burgemeestersbuurt. Het was geen lange wandeling. Vanaf de Meidoornstraat eerst linksaf de Wibautstraat in, dan na de brug over de Hanenpadsloot linksaf naar het Burgemeester Ter Laanplantsoen en vervolgens rechtsaf de Burgemeester Van der Stadtstraat in.
Paaskerk
Wij jongens liepen anders in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Ik nam eerst het grasveld tussen Wibautstraat en Abeelstraat; voorbij de Morgensterstraat liep ik door de overdekte gang aan de achterkant van de flats aan de Wibautstraat. Na de Hanenpadslootbrug liep ik de Kepplerstraat op en ging dan het ‘stegie’ achter de Paaskerk in en dan meteen rechtsaf het ‘stegie’ tussen de huizen aan de Kepplerstraat en de Van der Stadtstraat. Dan liep ik het erf op van de familie Berghege en stapte daar de keuken binnen. Ik ben daar al die jaren niet één keer binnengekomen via de voordeur. Robs moeder was altijd thuis. Altijd.
Zowel de Bomenbuurt als de Burgemeestersbuurt is in de jaren dertig opgezet door het stedenbouwkundig bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok. De bouw van het vooroorlogse deel van de Burgemeestersbuurt vond plaats in 1938-’39. De wijk werd deels ontwikkeld door particuliere bouwondernemers.
De Burgemeestersbuurt is in nagenoeg dezelfde stijl gebouwd als de Bomenbuurt, al is er wat meer sprake van uniformiteit in de bebouwing. Stedenbouwkundige Pieter Verhagen was de Engelse tuindorpgedachte zeer toegedaan en vond in zijn ontwerp licht, ruimte en groen belangrijk. In de Burgemeestersbuurt leidde dat tot kleine eengezinswoningen met een tuintje, om groente te verbouwen of in te recreëren.
Achtertuin
Zaanstads architectuurhistorica drs. Cynthia van den Berg schrijft in haar rapport over de cultuurhistorische waarde van de sociale-woningbouwwijken uit de eerste helft van de vorige eeuw dat de Burgemeestersbuurt stedenbouwkundige waarde heeft vanwege de ideologieën die aan het plan ten grondslag liggen.
Ideologie of niet, het was een fijne wijk, waar met plezier werd gewoond. En dat recreëren in en om de achtertuin zat wel goed. Kijk eens wat voor gebruik daarvan werd gemaakt. De foto is gemaakt rond 1958. Dat zijn Rob (die lange) en ik (wat minder lang), die daar links uit beeld lopen. De gezellig kwebbelende buurvrouwen hebben haar nette jurken aan, dus de foto zal wel op een zondag gemaakt zijn. Links, met dat ravenzwarte haar, is Rie Berghege-van Witteveen, Robs moeder. Met wie ze staat te praten, weet haar dochter, Ineke Stronks-Berghege, niet zeker, ‘het zou Roelie Kuipers kunnen zijn’, die iets verderop woonde, vlak bij de Paaskerk. ‘Daarnaast mevrouw Prent en mevrouw Huitema. Dat meisje zou Marianne Huitema kunnen zijn.’
De buurvrouwen hangen tegen het hekje dat de brede steeg tussen Van der Stadtstraat en Kepplerstraat tot een dubbele steeg maakte. De tuinen aan de kant van de Van der Stadtstraat waren open. Je kon vanuit de steeg precies zien welke bloemen in bloei stonden in welke tuin. In de tuinen van de huizen aan de Kepplerstraat kon je niet kijken. Die hadden stenen schuren, die met hun rug naar de steeg stonden.
De steeg heeft nu, zo’n zestig jaar later, een heel andere uitstraling gekregen. Hier ontmoeten buurvrouwen elkaar niet meer voor een gezellig praatje. Kliko’s en schuttingen overheersen het beeld. Achterom bij je buren binnenwippen gaat niet meer. Niemand kan nog zien wat er staat te bloeien in de tuin van de buurman. Het is vast nog steeds fijn wonen in de Burgemeestersbuurt, maar het is toch heel anders dan het ooit was.
Foto onder: de dwarssteeg, tussen twee huizenblokken aan de Burgemeester Van der Stadtstraat (die straat zie je op de achtergrond)
De Burgemeester Van der Stadtstraat in 2015, het blok waar de familie Berghege woonde (het dwarssteegje van de vorige foto bevindt zich achter het huis met de dwarskap).
Martin Rep (1946) groeide op in de Bomenbuurt in Zaandam. Zijn boek over die tijd en die woonwijk, ‘Ook voor Dames’, verschijnt waarschijnlijk eind volgend jaar bij Uitgeverij Noord-Holland.
Architect Verhagen ontwierp de wijken met een nieuwe noord-zuid georiënteerde verbindingsweg: de latere Kepplerstraat en Wibautstraat die de wijken doorsneed.
Uit de inventarisatie van Zaanstad:
“De wijkjes werden begrensd met groenstroken en singels. Vaak waren dit bestaande sloten die vergraven werden. Centraal in de twee wijken waren scholen te vinden. Lucht- en lichttoetreding waren belangrijke onderwerpen voor stedenbouwkundige plannen in deze tijd en daarom was er oog voor de ruime straten met groen. Dat is terug te zien in de ruimere opzet van de straten, waarbij ruimte is gelaten bomen en voortuinen. Ook hier zie je de tuindorpgedachte uitgevoerd als kleine eengezinswoningen met een tuintje.
Diverse woningbouwverenigingen waren actief in deze buurt zoals ZVH, Leo XIII, Patrimonium en Goed Wonen. Zij realiseerde tussen 1925 en 1947 de bouw van meerdere complexen arbeiderswoningen ten westen van de huidige Wibautstraat / Kepplerstraat. De woningbouw werd compact om de bouwkosten laag te houden.”
In het begin van de twintigste eeuw werden woonwijken ontwikkeld voor arbeiders die werden gebouwd met moderne technieken en waarvoor architecten van naam werden aangetrokken. Hier meer Sociale Woningbouwwijken. De serie is gebaseerd op onderzoek dat Cynthia van den Berg van de gemeente Zaanstad deed naar de cultuurhistorische waarde van de wijken (pdf).
De huizen aan de Pieter Latensteinstraat zijn opgeleverd in 1929.
Ik weet dat omdat wij in het huis, was toen van mijn opa en oma, later mijn ouders wonen.
Vanwege de sloop van een deel van de D. Doniastraat nu pas dit artikel gelezen.
De bouw van de Burgemeestersbuurt moet al voor 1938-1939 begonnen zijn, want volgens het bevolkingsregister Zaandam is een nicht van mijn opa, Klaasje Dijs, met haar man Pieter Hoogmoed op 8 april 1936 verhuisd naar D. Doniastraat 32. Klaasje overlijdt daar op 7 juli 1937.
De Doniastraat, Jonge Arnoldusstraat, van Wessemstraat enz. waren er al lang voordat de uitbreiding er achter, dus de burgemeesterbuurt gebouwd werd. Mijn tante woonde in 1938 al in de Doniastraat toen je vanaf haar erf de bouw zag van de nieuwbouw.
Dat ik dit nu pas lees! Ach, nouja. Historie blijfthetzelfde. Mijn opa, C. Berghouwer bouwde Burgemeester ter Laanstraat 41, 43, 45, 47. 4 huizen in een blok. Mijn oudste zus, haar dochter en mijn zoon wonen er nog, nog wel.
C.Berghouwer was één van de genoemde kleinere aannemers die mochten bouwen in de Burgemeestersbuurt.
Dank Martin. Weer een tipje van de sluier.......
Ahh.. mijn straat! Wij woonden aan de linkerkant ( van achteren gezien) aan dat dwars steegje, op 115. Ik heb nog persoonlijk een stuk uit dat hekje in het midden gezaagd, nadat een buurvrouw ( ik dacht mevr. Steynfoort) haar been had gebroken toen ze, op weg naar huis vanaf slager Koopman over het hekje wilde stappen en was gevallen. De familie Steynfoort en, aan de overkant, de familie van Ommen, waren begin 60er jaren de enigen met een auto in ons stukje straat.....
Meneer Goosensen, ik meen Burg. Van der Stadtstraat 117, was vertegenwoordiger en had een auto. Hij reed onder meer in een Morris Minor. Meneer Berghege, de vader van Rob, was directeur van sociale werkplaats De Boerejonker. Hij had een Opel.
Heel leuk weer Martin om al die herinneringen te zien en te lezen. Ook de aanvulling van Dick van de Dobbelsteen is erg leuk.
Samen met mijn vriendinnen heel wat uurtjes doorgebracht in die hokjes bij de Paaskerk en omdat de stoep daar breed was en schuin liep kon je er heerlijk rolschaatsen.
Tussen haakjes, mijn woonadres was Burgemeester ter Laanstraat 103.
mijn oma en opa woonde in de burgemeester van de stad laan
zij woonde boven .en haar zoon Piet Scholtz met gezin beneden.
Bijzonder om deze verhalen te lezen en zeker om het verhaal van de heer van Dobbelsteen te lezen. Recent heb ik de woning aan de burgemeester ter Laanstraat 103 aangekocht. En woon hier sinds kort met veel plezier. Ik gebruik deze website om wat meer te weten te komen om de buurt en deze stukjes helpen mij om wat meer context te krijgen. Dank.
Er komen veel herinneringen boven, na het lezen van bovenstaande.
Kerstboom gevechten, luilak, vele malen in de Hanenpadsloot vallen en er ook weer uitkomen. Één maal door een woonbootbewoner, baggeraar De Vries, die nadat ik door het ijs zakte, mij er uithaalde en mij met een stevige trap onder mijn komt naar huis stuurde. Mijn moeder was nog nooit zo blij geweest op een vreemde die mij lijfelijk strafte.
Voetballen in het plantsoen met oa latere Zilvermeeuwen 1 spelers Adrie Winter en Rob Swart. De bekendste voetballer van destijds werd echter de inmiddels overleden Peter de Wit die later prof werd bij PSV en Roda JC.
Hij woonde naast mij op 105. We hadden toentertijd ook een straatvoetbalelftal ( Hanenpad ), dat mee deed aan het straatvoetbaltoernooi van Zaandam olv van sportambtenaar Cees Kluft.
Wat mij ook altijd bij gebleven is uit die tijd, is de bouw van de Paaskerk.
Vele uren speelden wij op bouw plaats en ik heb kunstenaar Karel Appel nog hoog in de kerk de ramen zien beplakken.
Ook clubhuis De Brug, onder in de Paaskerk met de Heer Kanis, zit nog in mijn geheugen gegrift.
En wat de denken van melkboer Lubbes en groenteboer Schenk die nog met handkarren door de straten ventten. Ook voddenboer Van der Horst kwam regelmatig langs. Maar die was destijds al gemotoriseerd.
En de schillenboer niet te vergeten. En je had indertijd ook nog een mannetje die met potten, pannen en schoonmaakartikelen langs kwam en als moeder de vrouw niets kocht werd ie kwaad.
Ach ja die goeie oude tijd.
Bedankt Martin.
Op zoek naar een stuk eigen geschiedenis, kwam ik dit verhaal van Dick van den Dobbelsteen tegen. Eind 1955 / begin 1956 heb ik kort in die woonboot van De Vries gewoond. Mijn ouders hadden een woningruil met De Vries geregeld. De Vries ging alvast in het pand Kalf 184 wonen (waar wij voordien woonden) en wij gingen op zijn woonboot wonen. In 1956 hebben mijn ouders snackbar Java in Wormerveer opgestart.
In maart 1956, het ijs was net uit de sloten, ben ik bij het dekzwabberen van die woonboot in het water gevallen, en het heeft weinig gescheeld of ik was verdronken. Die gebeurtenis is me altijd bijgebleven. Nu ben ik bezig om te proberen uit te zoeken of die woonboot nog bestaat of dat er misschien nog foto’s van zijn. Die ‘De Vries’ was H.W. de Vries, aannemer in baggerwerk. In 1964 zette hij zijn woonboot te koop, en ik weet niet hoe het verder gegaan is. Misschien hebben de nazaten van H.W. de Vries nog foto’s van die boot.
Mogelijk weten Dick of anderen hier meer over?
Alvast dank.
Wat leuk, mevrouw Witteveen woonde op nr 107 toen ik in 1990 op 105 kwam wonen. Ik herkende de foto eigenlijk meteen als onze steeg!
Blij met elke aflevering van deze fantastische serie!