Natuureducatie ligt letterlijk op straat. Zo kwam ik de afgelopen week, 3 pas overleden zoogdieren tegen, en dat is natuurlijk voer voor educatie en dieren die daar van leven!

We beginnen met een kleine quiz. Denk even goed na, voordat je het antwoord hieronder leest.

We zien 3 verschillende dieren op de foto’s. Twee van de drie zijn zeer naaste familie in biologische zin. De derde staat daar net zover vanaf, als een hond doet ten opzichte van een kat? Wat denk je?

Ik maak het nog iets gecompliceerder. Twee van dieren op de foto’s hebben in hun Nederlandse naamgeving het woord ‘muis’ staan, de derde niet, maar is het wel, huh? Niet wegklikken nu, want het antwoord op deze lastige puzzel komt er nu aan.

Foto 2 is een jong exemplaar van de Bosmuis, hij lag bijna letterlijk voor mijn huis. Bosmuizen zijn heel algemeen, en ik durf te beweren dat in bijna elke bosschage van enige omvang je hem kunt tegenkomen. Dan moet je wel in de nacht op pad gaan. Hij is de kangoeroe onder de Nederlandse muizen, hij kan enorm goed springen. Het is een alleseter. Hij valt in biologische zin onder de knaagdieren.

Foto 3, en foto 3a is een Bruine rat, waarschijnlijk aangereden. Qua uiterlijk lijkt hij wel wat op de Bosmuis, en dat klopt want de Bruine rat is gewoon een muisachtige. Wel een flinke dan, maar aan zijn gebit kun je direct al zien dat het eveneens een knaagdier is. Hij is ook een alleseter en leeft veel langs waterkanten. Ze hebben een van oudsher slechte naam (rioolrat). Als je zegt, het is een grote aardige muis, dan klinkt dat al gelijk veel vriendelijker.

Dan foto 1. Hij lijkt op een muis, zeker ook qua formaat. Hij heet ook muis, nl: Spitsmuis. Om preciezer te zijn, de Bosspitsmuis. En inderdaad heeft hij ook een spitse mond. Maar nu komt het, het is GEEN muis. Zelfs in de verste verte niet. Het is n.l. een dier wat verwant is aan de egel en de mol. Dat zijn allemaal z.g. insecteneters en geen knaagdieren. Insecteneters, die overigens zeker niet alleen insecten nuttigen, maar ook b.v. wormen of slakken, hebben dan ook geen knaaggebit, maar een gebit wat meer weg heeft van een roofdiergebit. Daarmee kunnen ze een prooi pakken en verorberen. En zijn natuurlijk veel meer verschillen, maar dit is een in het oog springende. De Bosspitsmuis is algemeen en talrijk, maar minder dan b.v. de Bosmuis. Ze leven ondergronds, en kennen i.t.t. bijvoorbeeld de Egel geen winterslaap. Ze hebben zeer weinig vetreserve en daardoor moeten ze gedurende het etmaal en jaar constant opzoek naar voedsel.

En nu de hamvraag. Wie had het goed? Graag (eerlijke) reacties!