Heel Nederland rouwt om Utrecht en denkt aan de slachtoffers. Maar het is heel begrijpelijk dat men ook denkt: Wat te doen als het in mijn stad gebeurt.
Mocht zich in de Zaanstreek ooit een aanslag of een ernstige ramp voordoen, waarvan ik natuurlijk hoop dat het niet zal gebeuren, dan veranderen de spelregels van burgemeester, politie, justitie en de hulpverlening.
Door Anneke van Dok
Afhankelijk van de aard van de calamiteit zal de burgemeester noodwetten van kracht laten zijn, die hem in staat stellen om alles te doen om verder escalatie of schade te voorkomen. Zo kan een verbod worden afgekondigd om het rampgebied te betreden, maar het kan ook nodig zijn om een gebied helemaal te evacueren.
De beoordeling of die maatregelen terecht genomen worden komt later, wanneer de gemeenteraad of het provinciaal bestuur er een oordeel over vellen. Gelukkig doet de situatie zich zelden voor, maar het is ook mogelijk dat de maatregelen preventief worden ingevoerd: bijvoorbeeld bij de dreiging van zware storm of ander natuurgeweld waardoor gecoördineerd optreden nodig zal zijn. Er wordt in zo’n geval een crisisteam bijeengeroepen dat de ontwikkeling op de voet volgt en anticipeert op mogelijk gevaar.
Bij een overval of een dreigende explosie is zo’n voorbereiding niet mogelijk, maar er wordt wel regelmatig op geoefend. Als burgemeester heb ik zo’n crisisteam vaak voorgezeten tijdens een oefening en een enkele was het menens. We werkten dan via een strak tijdschema, waarin alle beslissingen worden voorbereid door een coördinatiegroep van deskundigen.
Een beslissing om te evacueren lijkt eenvoudig, maar de effecten ervan zijn enorm. Bovendien leert de praktijk dat veel mensen zelf al het hazenpad kiezen wanneer er bij hen in de buurt een mijn of bom uit de Tweede Wereldoorlog wordt ontdekt, wat in de havensteden waar ik burgemeester was geregeld voorkwam. De vondst van zo’n explosief was een goede reden om een oude tante weer eens te gaan bezoeken.
In Utrecht was er geen tijd voor voorbereiding en over de aard van de overval bestond veel onduidelijkheid. Bij zo’n dramatische gebeurtenis schaakt een burgemeester op zes borden tegelijk en krijgt het spel ‘Wie is de mol’ een cynische betekenis.