In mijn huidige woonplaats aan kappers geen gebrek. Ik heb me zelfs al een paar keer door een Turkse kapper laten behandelen: goed, goedkoop, ze fakkelen rare haren van je oren af en voor een paar euro extra trekken ze met behulp van stokjes en hete was het haar uit neus en oren.
Maar elke keer als ik in een kappersstoel plaatsneem, moet ik heel even denken aan de kapper uit mijn jeugd: Fred Higler aan de Zuiddijk in Zaandam.
Door Martin Rep
Vrijdagmiddag 4 juni 1965 belde Derk Peeters aan bij mijn ouderlijk huis aan de Meidoornstraat in Zaandam (Sigarenmagazijn Rep, ‘Ook voor dames!’) “Waarom heb je mij die foto niet gegund?”, vroeg hij, en meteen daarna: “Stap maar in.”
Samen reden we in Derks 2CV naar kapper Carel van de Linde, die een zaak had aan de Gedempte Gracht.
Derk had me opgezocht omdat die dag een foto van mij in De Typhoon had gestaan. De aanleiding daarvoor was dat ik vanwege mijn Beatle-kapsel de klas was uitgestuurd op de Christelijke hbs. Ik liet me daarop noodgedwongen kortwieken door Carel, die ik, net als Derk Peeters trouwens, had leren kennen in ’t Spinnewiel. In die tijd het café voor iedereen die zich als hip en rebels beschouwde. Derk was freelancefotograaf en verkocht zijn plaatjes onder meer aan De Zaanlander, de concurrent van De Tyhoon.
Glaasje sherry
Ik ging op zijn verzoek opnieuw in de kappersstoel zitten, Carel deed alsof hij nog wat haar bijpuntte en Derk maakte zijn plaatje, dat de volgende dag in De Zaanlander stond (foto van Derk Peeters boven).
Carel was de hippe kapper van Zaandam. Terwijl het in 1965 nog de heilige plicht van alle kappers in Nederland was om hun klanten zo kort mogelijk te knippen, maakte Carel reclame als de kapper voor langharigen. Bovendien konden wachtende klanten van hem een glaasje sherry krijgen.
Carel was de laatste kapper in een lange rij bij wie ik klant ben geweest in mijn Zaandamse tijd. Op de dag dat ik als bruidegom verwacht werd in het gemeentehuis, had ik een afspraak met hem om me niet alleen te laten knippen, maar ook te laten scheren. Voor de eerste maal van mijn leven keek ik toe hoe een kapper mij inzeepte, zijn vlijmscherpe scheermes openklapte en langs mijn kaken trok. Ik denk dat het ook de laatste keer is geweest dat ik me zo’n scheerbeurt heb veroorloofd.
Scheren deed ook Higler, de kapper uit mijn jeugdjaren. Zijn zaak bevond zich naast het ‘bruggetje van Higler’, de doorsteek van de Zuiddijk naar de Morgensterstraat. De naam Higler leeft voort in de collectieve herinnering van mijn generatie in Zaandam-Zuid: de Uithoek, het Vissershop, de Zuiddijk. Net dat ik daar vaak heb gezien dat een man onder het scheermes ging. Kinderen waren immers niet welkom op zaterdag bij de ‘coiffeur’, zoals Higler zich noemde blijkens de tekst op de ruit van zijn nering. De zaterdag was gereserveerd voor de mannen, die immers van maandag tot en met zaterdagmorgen op hun werk moesten zijn.
De Lach
Fred Higler stelde geen vragen. Hij zette een denkbeeldige bloempot op je hoofd en knipte alles weg wat daaronderuit stak. Hij gebruikte een handtondeuse die hij soms te snel naar het volgende stukje huid verschoof, zodat hij je haar gemeen meetrok. Als je achterhoofd kaal genoeg was, het haar bovenop kort genoeg en je oren weer helemaal vrij in de wind stonden, masseerde hij je hoofdhuid in met een geurwatertje. Dan mocht je afrekenen. Terwijl je in je zak naar de zes dubbeltjes zocht die je hem schuldig was, draaide hij met een geroutineerde handbeweging de zitting om van de stoel waarin je net nog zat, opende een luikje in de hoek van de zaak en veegde met een klaarstaande bezem je verdwenen lokken in het gat. Nog altijd vraag ik me af waar ze terechtkwamen en wat latere archeologen bij opgravingen in dit stukje Zaandam zullen denken als ze op tonnen Zaans haar zullen stuiten.
Meestal zat er een lange rij mensen te wachten bij Higler. Dat vond ik niet erg, want er lagen heel wat interessante tijdschriften met moppen en met plaatjes van dames in badpak: De Lach, de Uitkijk, de Panorama. Ik ben weleens opnieuw in de rij aangeschoven na mijn knipbeurt om het stripverhaal uit te lezen dat nog op me lag te wachten.
Bij Higler hingen prachtige platen aan de wand, de meeste met de reclame-opdruk van De Vergulde Hand. In zijn vitrine lagen dan ook stukjes zeep en reukwatertjes met die merknaam. Tot woede van mijn vader – onze sigarenwinkel was hemelsbreed net driehonderd meter verderop – verkocht hij ook sigaretten. “Sigaretten en scheerzeep in één ruimte, belachelijk!”, schamperde hij. Higler was voor hem een oneerlijke concurrent, en hij weigerde dan ook zich bij hem te laten knippen. Maar omdat Higler zo goedkoop was, moesten mijn broers en ik er wel heen.
Mijn klandizie bij Higler eindigde toen ik wat meer modebewust werd. Ik zeurde net zo lang tot ik wat extra geld voor de kapper kreeg en ik me voortaan kon laten knippen bij kapper Leering; nog steeds aan de Zuiddijk, maar dan vlak bij de Burcht. Leering knipte ‘gedekt’, maar hij slaagde er toch nooit helemaal in het door mij felbegeerde en bestelde Caesar-kapsel te knippen. Waarschijnlijk doordat mijn haar daarvoor veel te steil naar voren hing.
Iets verderop, aan de Burcht, was een kapper die nog hipper was, maar dat was pas een paar jaar later en vooral bij voetballers van Ajax. Het halve vermaarde elftal uit de jaren zeventig, – Barry Hulshof, Johnny Rep, Ruud Krol, Johan Neeskens – was klant bij kapper IJff, die gevestigd was in een zaak met een fraaie Zaanse klokgevel en een heuse barbierzuil op de voorgevel had.
Bij Leering bleef ik niet heel lang klant; ik was uiteindelijk toch niet zo tevreden over zijn knipkunsten. Ik probeerde het een tijdje met kapper Goos van Elburg op het Vissershop, die mij voor zich had gewonnen met de opmerking: “Wat heeft u een prachtige slagen in uw haar!” Tot de jaren zestig in de Zaanstreek aanbraken, en wij The Beatles, het Spinnewiel en coffeeshop De Schuur ontdekten. En kapper Carel.
Kippenslachter
Goos van Elburg was trouwens een zeer schilderachtige figuur. Volgens Carel van der Linde leek hij op de ‘vieze man’ die Kees van Kooten tot leven bracht in de tv-uitzendingen van het Simplisties Verbond. Vissershopbewoner Siem Meijn trok vele jaren met hem op. Hij herinnert zich dat Goos een kappersstoel had bij kapper Cor de Boer in de Oostzaanse Kerkbuurt. Hij knipte ook illegaal thuis, tot hij werd aangegeven bij de belastingdienst, al zijn spullen in beslag werden genomen, hij op straat kwam te staan en aan de kost moest zien te komen als kippenslachter. Later ging hij toch weer knippen, eerst bij Jongh Visser, een kapper op de Zuiddijk in Zaandam, en later in een eigen zaak aan de Lindenlaan op het Vissershop.
Siem Meijn:
“Als je bij Goos geknipt werd, was je altijd bang dat hij je oren eraf zou knippen. Hij gebruikte geen tondeuse, maar alleen schaar en kam. Daarna kwam het grote scheermes tevoorschijn om de boel netjes af te werken. Ik heb weleens gedacht: het zal toch niet… want als je een mop vertelde, ging zijn hele lichaam te keer van het lachen.”
Toen Siem Meijn een jaar of zeventien was, ging hij elke twee maanden met een stel makkers op vrijdagavond naar Goos om geknipt te worden. “Krat bier mee en een fles jenever, Goos zorgde voor de rest. Je moest wel zorgen dat je als eerste of tweede aan de beurt was, want daarna kon het vanwege de drank wel eens mis gaan. Zo leerde hij zijn vrouw Jopie knippen. Zij mocht zich uitleven op een van ons en Goos herstelde het wel weer als dat nodig was.”
Na een tijdje kreeg Goos het te druk voor deze sessies: hij knipte ook in verzorgingshuizen en kreeg veel mannen als klant die graag als vrouw gekapt wilden worden. Siem werd vaste klant bij Goos toen hij aan het Hop ging wonen. Hij bleef hem jarenlang trouw, al was hij altijd bang voor de schaar die rakelings langs z’n oren ging. Goos legde die schaar definitief neer toen de nieuwbouw op het Vissershop kwam. Siem: “Helaas is Goos niet meer, hij kijkt nu van boven op ons neer.”
OPROEP
Ik ben op zoek naar informatie over kapper Frederik Joannes Higler, geboren in 1903 in Hilversum en getrouwd met Elisabeth Huibertha Schaar (geboren waarschijnlijk 1905). Voor mijn boek over de geschiedenis van Zaandam-Zuid portretteer ik markante mensen die hier hebben gewoond. Higler hoort daar zeker bij. Wie heeft bijzondere herinneringen aan hem of kent misschien nog familieleden van hem? Vu hieronder een reactie in, of stuur me een e-mail op martinrep@mac.com.
Lees alles wat Martin Rep ooit op De Orkaan schreef hier.
Carel zat toen met zijn sherry op de gedempte gracht. iemand heeft hem aangegeven
dat hij illegaal drank schonk zonde vergunning.
De sherry moest weg en niet veel later was Carel ook vertrokken.Ook in het Spinnewiel werd hij niet meer gesignaleerd.
Er zat trouwens nog een kapper op de Zuiddijk, Nico Karsten die had wis en zeker de naam Bloempotje. Je kon altijd zien wie door hem was geknipt.
Ojeetje, die Higler! Ik heb nog in een lucifersdoosje drie krulletjes zitten. En die gesuggereerde bloempot werkte niet bij mij. Maar bang dat ik was! Gelukkig mocht ik later naar een andere coiffeur.
Leuk verhaal,Martin.
Mooi verhaal.