Soms vraag ik mij weleens af, waarom januari en februari op onze kalender staan. Vorst, sneeuw en ander winters ongemak maken deze maanden voor menige koukleum tot een beproeving.
Wellicht was er ten tijde van de schepping vooruitzicht op carnaval en ski-hellingen, of zijn de maanden geschapen als afkoelingsperiode in ons oververhitte bestaan? De koudste wintermaanden die ik mij herinner, waren die van 1963 en 1979.
Door Anneke van Dok
In de Zaanstreek waren alle ijsbanen in 1963 wekenlang open. Er werden ook schaatswedstrijden georganiseerd, zoals die van het Zaanlands Lyceum, onder leiding van Wiebe Hartman en Eka Sieverts.
De Zaan was bevroren, maar we mochten er niet op vanwege het kruiende ijs. De Elfstedentocht bekeken we op de splinternieuwe kleurentelevisie van opa. Ik heb Reinier Paping niet zien finishen omdat ik een krantenwijk had. Ik bezorgde in die tijd Het Parool. Mijn wijk strekte zich uit van de Heijermansstraat tot en met de Westzanerdijk. Dat laatste stuk was lastig, omdat je voor elk huizenpaar een boogtrap over moest, die spekglad was. Toch kreeg iedereen elke dag een krant.
De winter van 1979 herinner ik mij vooral, omdat de sneeuw op de A7 zo hoog opwoei, dat het verkeer erin strandde, zo ook onze 2chevaux Diane. Gelukkig bood een vrachtwagenchauffeur een lift aan, want ook in een luxe eend deed de verwarming het alleen als de motor liep.
Ik was toen al wethouder van onderwijs en moest een beslissing nemen over ijsvrij. Ik gaf de scholengemeenschappen mijn fiat. De leerlingen moesten immers van ver komen. Ik had er niet op gerekend, dat mijn kindermeisje die dag nog zou opdagen. Maar om half negen precies kwam ze het tuinpad op fietsen met witte wenkbrauwen en een witte snor. Van de Zuidermeer tot aan Zwaag was het ‘maar’ twaalf kilometer.
We klagen graag over het weer, omdat het net als voetbal niet in onze macht ligt het te veranderen. De beleving is per individu verschillend. Terwijl ik kniezend de antislipijzers onder mijn laarzen klem, vermaken mijn kleindochters Madelief en Josefien zich kostelijk met hun slee. We zien de komende week weer veel sneeuw tegemoet. De treinen zullen erdoor worden vertraagd en het verkeer erdoor gestremd, maar toch rijden we de volgende maand weer meer dan duizend kilometer. Om een berghelling af te roetsjen en voor de aprés ski. Ik verheug me op het theaterseizoen en blijf lekker binnen tot de eerste maartdag.
Boven boven: Gemeentearchief Zaanstad (Kinderen met sneeuwpop. Op de achtergrond de boerderij van de gebroeders Winter naast die van J Leguit.)