Na een toespraak van president Frank Underwood in de Netflix-serie House of Cards gaan tientallen handen omhoog. De president wijst een van de Witte-Huisverslaggevers aan die een vraag mag stellen, en daarna nog een. Dan zegt hij: “Thank you. De andere vragen zullen worden beantwoord door mijn perschef Seth Grayson.”
Het beeld wijkt niet veel af van de echte persconferenties van president Obama, en bij de wekelijkse persconferentie van minister-president Mark Rutte in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. Maar wat een verschil met de ‘persconferenties’ die ik bijwoonde als verslaggever in de regio in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.
Door: Martin Rep
“Vanavond geeft de PCG Zaandam een persconferentie”, zei redactiechef Wim Harwijne van De Zaanlander. Hij keek mij aan. “Ga jij daar maar heen.” Een paar uur later liep ik een zaal binnen in het Zaandamse stadhuis. Een groepje heren, een enkele vrouw. Ik kende een paar van hen: ik had af en toe een raadsvergadering verslagen. De meesten kenden mij niet. Ze kenden wel Wim Swart van de concurrerende Typhoon. Swart versloeg al jaren alle raadsvergaderingen in de Zaanstreek, schreef er commentaren over en had bovendien in de zaterdagkrant een rubriek waarin hij zijn licht over allerlei Zaanse politieke kwesties liet schijnen.
De Typhoon werd bijna huis aan huis gelezen in de Zaanstreek, De Zaanlander had nog geen kwart van dat bereik. Kortom: meneer Swart was al snel het middelpunt van geanimeerd pratende gemeentelijke politici, terwijl ik in mijn kopje koffie roerde en wachtte tot we zouden beginnen. Gelukkig kende ik meneer Buijs, nota bene wethouder, vrij goed. Hij was net als mijn vader ouderling van de Zuiderkerk en kwam vaak bij ons over de vloer. We maakten een kort praatje.
Even later opende Buijs de bijeenkomst. “Binnenkort zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. De PCG-fractie in de gemeenteraad wil graag zo groot mogelijke openheid van zaken geven. U kunt dus vragen wat u wilt.”
Dat was het. Geen inleidend praatje over de standpunten voor de komende zittingsperiode. Geen map met politieke speerpunten. Enkele tientallen paren ogen keken belangstellend de kant op van de heren van de pers. Hakkelend begon ik, totaal onvoorbereid, een eerste vraag te formuleren.
Ruim vijf jaar later. Ik ben verhuisd naar Leusden en werk bij de Amersfoortse Courant, met als opdracht het coveren van het nieuws in de gemeenten Leusden en Hoevelaken. Leusden is een groeikern waar veel gebeurt, in tegenstelling tot het kleine Hoevelaken, waar ik met enige moeite een à twee verhalen per week over schrijf.
Vandaag wordt dat anders. De Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland, de beroemde VVD-icoon Molly Geertsema, brengt een werkbezoek aan dit dorp aan de rand van zijn jurisdictie. Hij zal vergaderen met burgemeester en wethouders, een aantal sleutelfiguren uit het dorp spreken en enkele bijzondere projecten bezoeken. Aan het eind van de ochtend zal zijn chauffeur hem terugbrengen naar het Huis der Provincie in Arnhem. Maar eerst een persconferentie over dit bezoek.
Ik maak mijn opwachting in de hal van het gemeentehuis. Even later haalt de gemeentebode mij op. “Meneer Rep?” Ik word binnengelaten in de kamer van burgemeester Hoekstra. Naast de burgemeester zit wethouder Middelkoop, een agrariër van streng christelijken huize. En, breed op een van de stoelen, de commissaris himself, uiteraard in zijn kenmerkende zwarte pak en met een kenmerkende bolknak in de vuist. Ik word aan hem voorgesteld en ga zitten. Vier paar ogen kijken mij aan. Ik schraap mijn keel en stel mijn eerste vraag.
Ik heb ‘persconferenties’ meegemaakt in een verbouwde slagerij met een nieuwe, gemoderniseerde koelruimte. Waar de aanwezigheid van de verslaggevers maar zou kunnen leiden tot een gratis artikeltje in de krant, zodat er geen dure advertenties nodig waren. Bij een halfdoof gouden echtpaar, waar de trotse kinderen alvast een voorschot namen op het feest in de Zaanse Schans, komend weekeinde. Bij De Zaanlander werd ik soms naar de opening van een verbouwde winkel gestuurd. Het eenkoloms berichtje dat ik daarover tikte, stond de volgende dag, omsingeld door advertenties van een reeks ondernemers die de bouw tot een succes hadden gemaakt, op pagina 4 van De Zaanlander. Zonder dat berichtje waren die advertenties niet binnengehaald, maar dat wist ik niet van tevoren.
Ik herinner me een ‘persconferentie’ in de woonkamer van de voorzitter van een speeltuinvereniging. Zijn vrouw had thee met koekjes klaargezet. Ik was mooi op tijd, alleen de penningmeester werd nog verwacht, en verslaggever Jan Hottentot van De Typhoon natuurlijk. Toen die kwam – hij gaf iedereen een hand behalve mij, de aanwezigheid van de concurrent negeerde hij volkomen – konden voorzitter en secretaris een toelichting geven op de plannen rond de viering van het 25-jarig bestaan. “Onze vereniging leidt een bloeiend bestaan. Onze grote wens is een nieuwe zandbak voor de allerkleinsten.” Het was erg gezellig.
Typhoon-verslaggever Wim Swart had niet veel gezegd in het Zaandamse gemeentehuis terwijl ik een paar vragen bedacht en afvuurde op wethouder Buijs en aspirant-raadslid Louis van Galen. Hij maakte ook geen notities, maar was wel druk aan het krabbelen op zijn notitieblok.
Na vijf minuten keek hij op. Hij had vijf à zes punten bedacht waarover hij de christelijke politici wel eens aan de tand wilde voelen. Het werd een levendige discussie: Swart wist wel wat er speelde, voor en achter de coulissen van de Zaanse politiek. Ik maakte notities en slaagde er af en toe ook in een aanvullende vraag te stellen.
Swart was natuurlijk niet zo stom zijn echt belangrijke vragen te stellen met mij, van de concurrent, erbij. Toen de persconferentie werd beëindigd met een dankwoord aan de heren van de pers en ik opgelucht naar buiten liep, bleef hij nog even hangen. Hij had nog wel wat te vragen over kwesties die hem ter ore waren gekomen en die te zijner tijd leuk nieuws zouden opleveren.
—
Martin Rep is medewerker van De Orkaan. Wekelijks publiceert hij een verhaal, meestal met nostalgische inslag, op zijn website www.martinrep.nl.
De foto linksboven komt uit het Gemeentearchief.
Zie ook zijn verhalen over Een Warm Welkom, Sigarenmagazijn Rep, Modemagazijn Schuijt (voorheen Zaanlands Lyceum) zijn Puch bromfiets, de opening van V&D aan de Gedempte Gracht, het Reppiaanse Woordenboek, de grootste strafmiddag in de geschiedenis van het Zaanlands Lyceum, zijn oude kleuterschool op het Vissershop, de Zaanse Plaatjeskermis, de warme handen van Juf Walterop, douchen voor een kwartje, het Het laatste afscheid van Meintje Rozema en Wat is er toch gebeurd met Jean-Marie.
J.A.M. Diederen was in de jaren zeventig rector van het (katholieke) St. Michaëlcollege. Hij zal dus fractievoorzitter zijn geweest van de KVP. Zat later ook nog in de gemeenteraad van Zaanstad voor het CDA en vertrok om burgemeester te worden in Monnickendam (1981-1991) en Waterland (1991-1995). Ondanks dat hij kort van stuk was, was hij in gezelschap een dominante persoonlijkheid. Op het Michaël werd hij Pinkeltje genoemd om zijn lengte, maar niemand durfde dat in zijn aanwezigheid te zeggen. Hij overleed in 1996.