Dragracing is een tak van de motorsport maar heeft bij een eerste kennismaking meer weg van het horizontaal afvuren van raketten. In een wedstrijd rijden twee coureurs tegen elkaar op een rechte baan van een kwart mijl (402 meter). Na een uitbarsting van paardenkrachten is de finish al na enkele seconden gepasseerd.
Zaankanters René van den Berg en Mike Olie leven voor deze sport, en hun motoren die ze zelf hebben gebouwd en onderhouden. ‘We spenderen al ons geld, al onze tijd en al onze energie om zo kort mogelijk te rijden.’
We spraken af voor een interview in de garage / het clubhonk van Shark Attack Dragracing. Daar worden ontelbare vrije uren besteed aan sleutelen, afstellen, testen en nog eens sleutelen.
René doet al ruim twintig jaar aan Dragracing en rijdt in de Top Fuel klasse, de koningsklasse van de sport. Zijn racemonster is uit een massief blok staal gefreesd en loopt op Nitromethaan. ‘Een soort vloeibare TNT.’ Het opstarten van de motorfiets doet hij met behulp van een plantenspuit met benzine.
‘Je kunt een motor niet opstarten op Nitromethaan, deze moet eerst op temperatuur worden gebracht. Pas wanneer hij warmte heeft kun je het brandstofsysteem omschakelen. Dan komen er flinke klappen uit en wordt je motor een soort wild beest. De kraan staat eerst dicht en hij draait op dat moment letterlijk op de plantenspuit. Alleen met het Nitromethaan kun je vervolgens in hele korte tijd heel veel vermogen opbouwen. Bijna 400 kilometer per uur.’
Dit jaar werd René tweede op het EK waarvan de wedstrijden werden gehouden in Duitsland, Engeland en Zweden.
Zijn maatje, Mike Olie, behaalde tijdens het EK geen podiumplaats maar deed mee aan dezelfde categorie met een heel ander soort motor. Zijn ‘Funny Bike’ zet zulke goede tijden neer dat dat kan. De Kawasaki ZZR 1400 van de coureur uit Assendelft bleek de snelste in zijn soort.
Technisch
Beide heren zijn altijd al technisch geweest. Mike is opgeleid tot motorfiets-monteur en werkt voor een jachtwerf. Daar verzorgt hij de techniek voor superjachten. De rest van de tijd gaat naar zijn grote liefde.
‘Je doet alles zelf. Van het eerste ontwerp tot de kleinste details.’
Ook de rest van ‘de crew’ is aanwezig bij het interview in de garage. Zoals Simone Knollenburg. Haar dochter Anouk Burgering heeft al vanaf haar vijfde het racevirus te pakken. Simone was daar getuige van.
‘Toen Anouk elf maanden was ging ze voor het eerst mee naar een race en toen ze vijf was gaf ze aan ook te willen racen. Dat kon vanaf haar achtste. Zij rijdt nu Junior Dragbike. Je begint dan met een brommer-blok, waar je normaal gesproken zestien jaar voor moet zijn. Het is echt al motorsport met licentie.’
Over de impact van de sport is Simone helder.
‘Het is een way of life. Alles draait om de sport. Dus eerst dragracing en de rest van het leven wordt er omheen gebouwd.’
Aswin Le Noble schuift aan, hij rijdt Pro Stockbike. Ook een klasse binnen de sport.
‘Ik begon pas op 56-jarige leeftijd met racen. Dus eigenlijk ben ik nog een nieuwkomer. Ik heb vooral geleerd door veel te slopen en fouten te maken. Het mooiste aan de sport is de kick als je vanaf nul optrekt. Je geeft gas en na die ruim vierhonderd meter ben je buiten adem. Zo intensief is het.’
René kan dat beamen.
‘Je bent zo anderhalve liter vocht kwijt in een race, zo intensief is het. Ik ben in gevecht met mijn motor van 1500 PK.’
Het ‘beest’ van René is helemaal uit elkaar gehaald tijdens het bezoek. De onderdelen van de motor liggen los op een tafel om nagekeken te worden, dat doet hij regelmatig. De kleinste afwijkingen in het materieel worden gemeten en bijgehouden. Er komt nogal wat druk op het metaal te staan.
Simone weet hoe de ontwikkeling van de techniek zich voltrekt.
‘Het grootste deel van de techniek komt uit praktijk. Je verzint iets en gaat het proberen. Als het niet werkt ga je het anders doen. Wat bij de ene motor werkt werkt bij een andere motor juist niet.’
Er gaat dan ook veel tijd, geld en energie in de sport zitten. Er gaan tonnen in om. Of zoals Mike het omschrijft:
‘Het is een geldbegrafenis.’
2025
Voor het nieuwe jaar zijn er alweer plannen. Zo gaat René weer deelnemen aan het EK. Anouk komt weer in actie op de Junior Cup, het EK voor junioren. Waar Mike en Aswin gaan racen zijn ze nog aan het bekijken. En er is nog een grote droom volgens René.
‘De droom van ons is racen op Curacao en in de VS. De motor gaat dan in een container mee op een schip.’
Ondanks dat iedereen voor zichzelf bezig is om een zo goed mogelijk racemonster te hebben is de gemeenschap rond de sport hecht zegt Simone.
‘De wereld van het Dragracen is een grote familie. De strijd wordt op de baan uitgevochten. Op het moment dat er onderdelen kapot zijn leen je ze uit aan je concurrent en help je elkaar.’
De wedstrijdbaan wordt voor de wedstrijden geprepareerd. Tractoren slepen rubber over de baan en daar komt een dikke laag lijm overheen voor een zo goed mogelijke grip. Rene: ‘Als je niet oppast en erop staat kunnen je schoenen vastplakken aan de baan.’
Rookie
We nemen buiten een kijkje bij de trailer waar de Funny Bike van Mike in zit. Hij takelt hem eruit voor de foto. Dan komt er een jonge jongen binnen, Matthijs van Wijngaarden. Hij wordt aangekondigd als ‘de Rookie’ van het gezelschap.
‘Hij is nu aan deze sport begonnen en heeft zijn hele leven geen geld meer over om aan de drank en drugs te raken’, lacht René.
In die zin is het een veilige sport. Het gevecht dat gewonnen moet worden komt van de machine en van jezelf zegt Mike.
‘Je bent altijd een wedstrijd tegen jezelf aan het houden en je wilt altijd verder, sneller en beter.’
Door: Edwin Kleiss. Foto boven: Aangeleverd. (René van den Berg op zijn Top Fuel Bike tijdens een race). Overige foto’s door Edwin Kleiss. Aanvullende informatie via de website van Shark Attack Dragracing.