De enthousiaste Janaika Bree verhuisde twintig jaar geleden naar Koog aan de Zaan. Als kersverse moeder voelde zij zich enorm eenzaam in een vreemd dorp. Maar inmiddels zit ze helemaal op haar plek.
In 2023 kreeg de gemeente er ruim 9600 nieuwe inwoners bij. De verhuisstroom naar de Zaanstreek is in de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld. In deze rubriek gaat De Orkaan opzoek naar de gezichten achter de verhuisstroom; wie zijn deze import-Zaankanters?
De geboren Amsterdammer Janaika brengt het overgrote deel van haar leven in de hoofdstad door. ‘Ik ontmoette mijn man Ivo in een kroeg, heel ordinair,’ lacht ze. ‘Hij was barman en ik kwam een drankje doen.’ De vonken slaan over en een aantal jaar later raakt Janaika zwanger. Het stel moet opzoek naar een nieuwe woning. ‘We wilde helemaal niet weg uit Amsterdam, maar dat was toen al onbetaalbaar.’
Ivo komt uit Koog aan de Zaan en opperde dat zij daar ook konden gaan kijken, Janaika vindt het in eerste instantie niks. ‘Ik kende Westerkoog en ik vond het sfeerloos. Plus de arrogantie van ik ga Amsterdam toch niet verlaten. Ik dacht dat mijn stadsgrenzen het einde van de wereld waren.’ Als Ivo haar meeneemt naar Oud Koog, is ze toch gecharmeerd:
‘Via kennissen van mijn schoonmoeder, konden wij een huis komen bezichtigen voordat het in de verkoop ging. Wij kwamen ’s avonds langs en ik was opslag verliefd. Het was precies hoe je als kind een huis tekent, verlicht met een klassieke lantaarnpaal en een sierhekje aan de voorkant.’
Binnen een week is de verkoop rond en kan het jonge gezin beginnen met settelen in het idyllische Oud Koog. Waar Ivo zich direct thuis voelt op de plek waar hij is opgegroeid, is het voor Janaika een enorme omslag van een wereldstad naar een dorpje:
‘Hemelsbreed is het misschien vijftien kilometer van Amsterdam af, maar het zijn twee compleet verschillende werelden.’
Als jonge moeder blijft haar sociale kring klein. ‘Ik maakte uitstapjes naar de kinderboerderij of naar mijn schoonouders aan de overkant. Dat is niet hoe ik ben. Ik was gewend om er echt op uit te gaan. Onbekend maakt onbemind, dus ik voelde me op dat moment verloren.’ Het gros van haar vrienden woont nog in de hoofdstad en Janaika vult haar dagen met het afspeuren van Funda om te kijken of zij terug kon verhuizen:
‘Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Toen mijn dochter naar de basisschool ging veranderde dat, omdat ik contact kreeg met andere ouders. Het heeft even geduurd voordat ik kon accepteren dat wat ik hier heb veel rijker is dan wat ik ooit in Amsterdam zou kunnen krijgen.’
Janaika heeft haar weg in de Zaanstreek moeten vinden en dat gebeurde. ‘Je ziet je kind hier opgroeien en gaat daar in mee.’ Ze merkt op dat steeds meer mensen wegtrekken uit de hoofdstad en dat zij niet meer de enige export-Amsterdammer uit haar vriendenkring is. Langzamerhand bouwt Janaika haar leven in de Zaanstreek op en inmiddels voelt zij zich hier helemaal op haar plek. ‘Ik ben het veel meer gaan waarderen, dit is zo’n fijn huisje.’ Vooral de coronaperiode is een realisatiemoment, ‘ik heb mij toen echt gelukkig geprezen dat ik hier woon.’
De Zaanstreek in één zin volgens Janaika:
‘Een bedrijvige plek waar je je rust kunt vinden.’
‘Bedrijvig als in letterlijk de bedrijven, de industrie, maar ook dat het altijd in beweging is. Het harde werken wat er bij de echte Zaankanters altijd in heeft gezeten, zie je nog steeds terug. De mensen hier staan altijd voor elkaar klaar.’
Ze vindt het mooi dat industrie nog steeds zo dicht bij de bewoonde wereld kan bestaan. Toch ziet Janaika zichzelf niet tot in de lengte van dagen in Koog aan de Zaan wonen. ‘Ik wil uiteindelijk wel weer naar een plek met wat meer aanbod en variatie.’ Janaika mist restaurants waar je lekker lang kunt tafelen:
‘Om te borrelen gaan wij graag naar café Swart, dat is ons ontspanmomentje. Daar hebben wij ons altijd welkom gevoeld. Die plek voelt een beetje Amsterdams aan.’
Janaika leerde kennismaken met de term Zaanse Zeikerds toen zij naar de streek verhuisde.
‘Hier wordt ook wel veel gezeurd, maar dat vind ik eigenlijk juist mooi. Het zijn mensen met een hart op de juiste plek en geen blad voor de mond.’
Behoren haar man en dochter dan ook tot de Zaanse Zeikerds? ‘Nu luister ik even mee,’ roept Ivo lachend vanaf de bank. ‘Nee eigenlijk niet. Hij is juist altijd vreselijk positief, tot het irritante aan toe,’ antwoordt Janaika. In Amsterdam is alles wat anoniemer volgens haar.
‘Zaankanters zijn meer naar buiten gericht, maar dat is misschien ook wel uit nieuwsgierigheid. Er is altijd wel iemand die alles weet en op ieder moment in is voor een praatje. De krant lezen in de voortuin gaat bijna niet, er komen altijd mensen buurten. Dat vind ik geweldig.’
Ondanks dat ze altijd een Amsterdammer zal blijven, is Janaika trots op de Zaanstreek.
‘Ik denk dat ik inmiddels ook wel wat Zaans bloed door mijn aders heb stromen. Mijn hart is voor de helft, en misschien zelfs wel meer, Zaans geworden. Ik voel me hier heel gelukkig.’
Zaanse schatten volgens Janaika
- ‘Ik vind het Hembrugterrein de grootste parel van de Zaanstreek. Dat is een mooi rafelrandje dat gekoesterd moet blijven. Het is een bijzondere plek om te wandelen en te bedenken wat zich daar allemaal heeft afgespeeld. Ik vind het fantastisch dat de oude gebouwen nu voor iets nieuws worden gebruikt, zoals LAB-44 en Artzaanstad.’
2. ‘In de zomer heb ik twee keer bij Baz Restaurant op het drijvende terras gezeten. Er staan tafels en er wordt goed eten geserveerd. Het is niet zo aangeharkt en daar hou ik van.’
3. ‘Mensen zouden vaker naar de Bullekerk toe moeten gaan. Het Cultureel Centrum heeft een leuk programma met activiteiten en concerten; hoe gaaf is dat? Dansen in een kerk. Ik vind het fantastisch dat die plek zich daar voor leent.
Door: Mila Lange.