OFC is er niet in geslaagd om te stunten in de tweede fase van de districtsbeker. De vierdeklasser uit Oostzaan nam het op tegen vierde-divisionist HVV Hollandia, dat zoals verwacht veel en veel beter was. Hoewel een ruststand van 3-1 nog te behappen was, werden de dubbele cijfers uiteindelijk aangetikt. De wedstrijd eindigde in 10-1.
En dat terwijl de aanloop naar het bekerduel nog wel zo mooi was. Het was enorm goed toeven op het idyllische complex van Hollandia. Vanuit de kantine zag je het avondzonnetje in het Markermeer zakken. En draaide je je om, dan keek je tegen een biljartlaken van een veld aan, waar ook nog eens op behoorlijk niveau jeugdvoetbal wordt gespeeld.
Lichtelijk teleurstellend was het daarom dat het vlaggenschip van Hollandia op een kunstgrasveld achteraf tegen OFC ging spelen. Daar werd het opeens een serieuze bedoening. Stewards, beveiligers, ‘handhavers van de orde’. Nee, van het idyllische was weinig over. Het enige voordeel daaraan was dat de focus volledig op het voetbal kon. Hoe lang zou OFC het volhouden zonder tegengoal? Dat was toch de vraag die boven de te spelen wedstrijd hing.
Het antwoord luidde: niet lang. Na ongeveer een kwartier spelen vond Hollandia-aanvoerder Bart Spil het net, nadat een voorzet vanaf rechts was doorgeschoten. OFC kwam op alle vlakken tekort en de thuisploeg wist dat snel uit te drukken op het scorebord. Tien minuten later was het 2-0. Waar de openingsgoal nog zelf gecreëerd werd door Hollandia, strafte de ploeg van voormalig VV Assendelft-trainer Lars Keppel nu een fout in de Oostzaanse opbouw af.
Even leek de spanning terug te komen toen OFC niet veel later een penalty kreeg en via Demio Walberg op 2-1 kwam, maar de gedachte dat de Zaankanters het ook maar enigszins boeiend konden gaan maken, bleek een illusie. Nog voor het eerste half uur verstreken was, werd de marge alweer twee. Een resultaat zat er zaterdagmiddag niet in, zo werd nog maar eens duidelijk gemaakt.
Het werd daarom interessanter om op individuen te gaan letten dan op het grote geheel. OFC-goalie Nick Beerens wist zich bij vlagen te onderscheiden. Ook Walberg kon, naast zijn keurig benutte penalty, af en toe wat leuks laten zien. Verder viel rechtsback Wessel Jonker positief op. Voor de rest van het elftal was het klasseverschil te groot om op te kunnen vallen. Ook voor de meer ervaren mannen als Cedric Tijmes en Koen van Prooijen.
Tweede helft
Na rust viel de 4-1 al heel snel. Aan OFC-kant brak het nu echt. In het kwartier dat na die snelle treffer volgde, zagen de mannen van Dave Derlagen ook de vijfde, zesde, zevende en achtste tegentreffer in het net verdwijnen. Na een uur ging de voet even van het Hoornse gaspedaal, maar bleven de balcontacten van OFC minimaal op de vijandelijke helft. De snelle buitenspelers konden niet in stelling gebracht worden en spits Rouchan Khairi had vrijwel altijd dubbele mandekking.
Hoewel Hollandia het na zestig minuten dus wel genoeg vond, slaagden ze er in de slotfase toch nog in om de dubbele cijfers te bereiken. In minuut tachtig viel de 9-1 en twee minuten later was doelpunt nummer tien daar. 10-1 werd zo de eindstand. Harde cijfers, maar er was zaterdag in geen enkel scenario een resultaat mogelijk geweest voor OFC. Sterker, het had nog erger kunnen aflopen.
Derlagen was na afloop niet te porren voor een reactie, vanwege de verjaardag van zijn zoon. Echt gefrustreerd leek de OFC-trainer niet door de keiharde nederlaag. Zoals hij begin dit seizoen benadrukte: ‘We zien bekerwedstrijden als oefenwedstrijden’.
Komende zaterdag is het weer tijd voor competitievoetbal en staat de thuiswedstrijd tegen ZVC ’22 op het programma.
Door: Hugo Heinen.