Daar is ze weer. Winnie de Wit. Al jaren vecht ze tegen de voortdurende herrie van vliegtuigen die laag over haar Assendelft scheren. Als Winnie spreekt, weten we al wat er komt: ‘Schiphol moet kleiner, minder vluchten, geluidsnormen worden overtreden, gezondheid is aantoonbaar in gevaar.’

Elke beweging heeft een moeder en moet ergens beginnen. Maar wanneer stopt het?

Terwijl de meeste onderwonenden zich inmiddels hebben neergelegd en aangepast aan het geluid dat hen dagelijks overstemt, blijft Winnie haar stem maar verheffen. En dat begint steeds meer te klinken als een irritante mug die we maar niet weg kunnen slaan. 

Het probleem lijkt onoplosbaar. En wie wil nu steeds weer met de neus op een misstand worden gedrukt waar je niets aan kunt doen? We kennen haar boodschap inmiddels, dus we stoppen met luisteren. We worden Winnie-moe.

Hoe lang strijdt ze al? Eeuwen! Het begon met het protest tegen de Polderbaan. Tevergeefs. En nu ziet ze dat haar kleinkinderen met nóg meer overlast te maken hebben. 

En niet alleen haar kleinkinderen natuurlijk. Elke dag wordt ze eraan herinnerd waarom ze ooit begon: omdat de mensen onder de vliegroutes onbeschermd zijn tegen de herrie, de vervuiling, en de risico’s die Schiphol met zich meebrengt. Overlast is zo’n vast onderdeel van het leven geworden dat niemand nog de moeite neemt om de vliegenmepper op te pakken.

De reacties wanneer wij stukken plaatsten over Winnie’s acties zijn vaak boos. Niet vanwege de vliegtuigen die ons overschreeuwen, maar omdat Winnie haar mond durft open te trekken: ‘Laat dat mens verhuizen,’ ‘Zoek een hobby,’ ‘Is zij het zelf niet ook zat?’

Afgelopen week sprak ik haar, en ze vertelde dat ze flinke stappen terug wil doen. Een leven lang schreeuwen tegen een muur die niet wijkt, put uit. 

Ze geeft zich over om zichzelf te redden. Want wat bereik je als je blijft stuiten op dikke huiden, volle zakken en dichte oren? En als mensen je gaan mijden omdat ze je strijd zat zijn?

Elke beweging heeft een moeder, maar Winnie is nu oma en het verschrikkelijke antwoord op de vraag ‘of zij het zat is’, luidt: Ja. Ze is het zat. 

Winnie-moe? Ik nooit. Want met Winnie verliezen we de stem die ons eraan herinnert dat het anders kan.

Maar Winnie is moe.

Door: Merel Kan, de foto boven is van Leo de Boer.