Kledingbank Zaanstreek kampt met een metershoge stapel onbruikbaar textiel, en dat terwijl zij alle ruimte hard nodig hebben om zo’n 1400 Zaankanters te voorzien van kleding. 

Van onze oude kleding verdwijnt meer dan de helft in de container en vervolgens in de verbrandingsoven. De rest gaat naar kringloopwinkels, textielcontainers of organisaties als Kledingbank Zaanstreek. Daar wordt de kleding uitgezocht en wordt er een selectie gemaakt. Een deel hiervan is bestemd voor de tweedehandsmarkt in andere landen. Wat niet meer draagbaar is wordt in kledingbakken gedumpt, waarna inzamelbedrijven de kleding recyclen of verbranden. 

Kledingbank Zaanstreek verstrekt tweedehands textiel en verzorgingsproducten aan Zaankanters die dat niet kunnen betalen. Via maatschappelijk werkers die een inkomenstoets doen krijgen mensen een verwijzing naar de kledingbank. Hiermee kunnen zij een jaar lang gratis kleding uitzoeken. Door middel van een aftekenlijst wordt het maximum aantal items per persoon bijgehouden. Hans en Herman zetten zich naast ruim twintig andere vrijwilligers al jaren in voor de kledingbank.

‘Vandaag stond een klein jongetje te springen van blijdschap toen hij een tovenaarshoed vond. Dat zijn de mooie momenten waar je het voor doet. Het is uniek dat wij mensen op deze manier gelukkig kunnen maken.’ 

Ingebrachte kleding wordt in de sorteerruimte uitgezocht aan twee hoge tafels. Dagelijks selecteren de vrijwilligers kledingstukken in goede staat voor in de winkel. ‘Dat wil zeggen dat het schoon is, er geen gaten of scheuren in zitten en dat de ritsen en knopen het doen,’ legt Hans uit. Textiel dat niet door de selectie voor de kledingbank komt, maar wel draagbaar is, wordt in aparte zakken gedaan om te exporteren naar landen in Afrika en Oost-Europa. Ook ontwikkelingslanden zitten niet te wachten op kleding die vanwege slechte kwaliteit onbruikbaar is, daarom gaat de rest in de kledingbak. 

Linksachter liggen de vuilniszakken vol onbruikbaar textiel metershoog opgestapeld. Voor Kledingbank Zaanstreek wordt het steeds lastiger om alle zakken kwijt te kunnen. Daarnaast gaat deze ruimte ten koste van een stallingsplek voor seizoensgebonden kledingstukken voor in de winkel. ‘De winterjassen hangen inmiddels al, we wisselen het aanbod per seizoen om. Een deel van de zomerkleding wordt bewaard tot volgend jaar. De rest moet naar Afrika, daar hebben we de ruimte niet voor.’ 

De stapel wordt alleen maar hoger met de opkomst en groei in populariteit van ultra fast-fashionpartijen als Shein en Temu. Door de goedkope kleding van lage kwaliteit kopen we meer en gooien we het sneller weg. ‘Voor de winkel staan twee textielbakken. Die zijn net geleegd, maar zitten morgen alweer vol,’ vertelt Hans. 

Hans en Herman maken zich zorgen over de stapels onbruikbare kleding. ‘Onze ruimte is beperkt, als wij de zakken niet meer kwijt kunnen, moeten we een container neer gaan zetten. Dan wordt textiel direct afval en krijgt het niet de kans om eerst langs een sorteercentrum te gaan.’ Zo ver is de kledingbank gelukkig nog niet, maar de mannen benadrukken dat het geen stort voor grofvuil is, maar een stichting met als doel het doorgeven van herbruikbare kleding aan mensen die het hard nodig hebben. Toch is het volgens Herman niet standaard dat inbrengers kleding uitzoeken en wassen.  

Kledingbank Zaanstreek vierde afgelopen week haar 12,5-jarig bestaan met een open dag speciaal voor (potentiële) inbrengers van kleding. ‘Wij willen die mensen een kijkje achter de schermen geven.’ Hiermee hoopt de kledingbank meer inbrengst te werven.

‘Kleding is naast eten en drinken een van de belangrijkste levensbehoefte die er is. Door mensen bewust te maken van waarom zij textiel bij ons inleveren, hopen we op meer schone herbruikbare kleding en geen afvaldump.’ 

Tegelijk is ook het Sokken en Ondergoed Fonds (SOF) van start gegaan. Hiermee verzamelt de kledingbank nieuwe sokken, hemden en ondergoed voor hun klanten. ‘Wij vragen een bijdrage in de vorm van ondergoed of een gelddonatie aan winkeliers en Zaankanters,’ legt Hans uit. ‘Deze actie hebben wij gekoppeld aan ons jubileum. Want wie jarig is, heeft een verlanglijstje.’ 

Door: Mila Lange, met extra informatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat via Afval Circulair