Trouwe Orkaan lezer Jan Marinus stuurde ons vorige week een bezorgde mail over de nood parkeerplaatsen aan de Zuiddijk in Zaandam. De parkeerplaatsen zouden namelijk bomvol bouwafval liggen: dik glas, plastic, stukken steen en zelfs een half afgekloven werkhandschoen. Het is al niet zo fijn voor het milieu en daarnaast liep de beste man een lekke band op.

Voor deze parkeerplaatsen is aan de andere kant van de Thorbeckeweg (nog steeds de Zuiddijk) een stuk groen opgeofferd, zodat bewoners hun auto, al dan niet met een gerust hart, kunnen parkeren. De normale parkeerplaats is namelijk vanaf 30 augustus op de schop omdat er voorbereidingen worden getroffen voor het ambitieuze project van gemeente Zaanstad op de Thorbeckeweg/ Dr. J.M. den Uylweg.

Parkeerplaatsen aan de Zuiddijk op de schop
Vervangende noodparkeerplaatsen

Nu de bewoners dus nog wel even moeten vertoeven op de noodparkeerplaatsen (de werkzaamheden zullen pas rond 2027 klaar zijn), zijn wij benieuwd wat de reactie van de gemeente hierop is:

“Het menggranulaat dat wordt gebruikt voor de ondergrond is nieuw geleverd onder certificaat, volgens de hoofduitvoerder. In menggranulaat mag 1% ander materiaal aanwezig zijn zoals glas/ plastic/ ijzer. Nu laten de foto’s van de heer Marinus zien dat er met name grove stukken andere materialen aanwezig zijn. Dit is uiteraard ontoelaatbaar. We zullen de samenstelling van het menggranulaat in de gaten blijven houden. Deze ochtend zal de hoofduitvoerder ter plekke gaan kijken. Hij zal eventuele restmaterialen (die er niet horen te zijn) verwijderen.”

Daarnaast attendeert de gemeente de bewoners op de stappen die zij kunnen nemen als er weer overlast wordt ervaren.

“Het projectteam en Boskalis vragen inwoners om bij aandachtspunten of vragen direct contact op te nemen met hen: omgevingsmanager Boskalis Abe Schuring op thorbeckeweg@boskalis.com of 06-51090300 of projectteam Aanpak Verkeersdruk Thorbeckeweg-N516 op thorbeckeweg@zaanstad.nl.”

Door: Remi Kerkhoven. Extra informatie van: Woordvoerder Gemeente Zaanstad. Foto’s: Jan Marinus.