Nu De Orkaan steeds meer aandacht besteedt aan sport, doet het me genoegen dat ook het modenieuws tot de redactie is doorgedrongen. Er stond gisteren zelfs een foto van een modeshow met filmpje in de krant. Voor mij een beeld om even bij weg te dromen.
Door Anneke van Dok
Ik werd vijfenvijftig jaar geleden bij De Typhoon aangenomen om behalve het Zaanse nieuws ook modeshows te verslaan. Max Heijmans, Frank Goovers, Dick Holthaus, wie kent ze nog?
Maar het allerliefst organiseerde ik eens per jaar zelf een modeshow in De Lindeboomschool. De zaal was tot de laatste stoel bezet. Het ging daar namelijk niet om couture van Amsterdamse modehuizen, maar om creaties van Zaanse naaisters. Het mooiste ontwerp kreeg een prijs.
Jetta van Leeuwen was de ladyspeaker en Tonny Eyk de pianist. Op de ene foto showt Ria Geerling (links) een lange japon, maar wie de dame op de andere foto is, ben ik vergeten. Ik weet wel dat ze 78 jaar oud was. De oudste deelneemster was zelfs 81 jaar.
Eigenlijk is het zelf maken van kleding een beetje in het verdomhoekje geraakt. Dat is jammer, want niets is origineler dan een eigen maaksel. De nieuwe roman, waarvan ik het concept net klaar heb, draait om couture. Bovendien speelt het verhaal zich voor een groot deel af in de Zaanstreek. Ik denk dat oudere lezers wel zullen herkennen waar de onderstaande passage plaats vindt.
Uit Hoofdstuk 8 Fluweel en satijn:
Agnes groeide op in Zaandam, waar haar ouders een stoffenzaak runden. Ze woonden boven de winkel, zodat haar vader en moeder altijd in de nabijheid van hun enig kind. De bovenwoning was niet groot, met een huiskamer annex keuken en twee slaapkamers. Het magazijn achter de winkel was wel tamelijk ruim. Toen ze een jaar of zes was, vermaakte Agnes zich daar met restanten wol, zijde en katoen.
Ze herinnerde zich nog goed, hoe ze zich vermaakte achter de balen stof, of in de kist met restanten. Ze hield ervan om met gesloten ogen de coupons te bevoelen en te raden welke stof er langs haar handen gleed; de glanzende satijn, de poezelige zachtheid van het fluweel en het reliëf van jacquards en broderie. Toen ze ouder werd, fantaseerde ze wat er van die stoffen kon worden gemaakt, zodra ze de naaimachine van haar moeder mocht gaan gebruiken. Haar moeder had zelden tijd om zelf kleding te maken van de mooie materialen, die in de winkel werden verkocht.
Toen Agnes tien jaar was, had ze al een goed gevoel voor kleur en materiaal. Soms mocht ze zelfs de stof, die een klant had uitgekozen, afrollen en met een grote schaar doorknippen langs de meetlat, die haar vader er overheen had gelegd. Agnes wist ook al precies waar alles was uitgestald of werd opgeborgen. De dubbelbrede wollen stoffen, op kleur in de schappen, de smallere katoentjes en verschillende soorten zijde op kartonnen rollen aan het rek. De voeringstoffen, popelines en rayons onder de toonbank. Als ze daar te dichtbij kwam, traanden haar ogen van de appres, die door de fabrikant was gebruikt om de goedkope stof meer body te geven. Na het wassen zou het effect ervan echter algauw verdwijnen en verslapte het kledingstuk dat ervan was gemaakt.
Haar leukste dag, was de vierde maandag van de maand, wanneer de etaleur langs kwam. Zondagavond werd de etalage leeggehaald en dan zochten haar ouders samen met Agnes nieuwe stoffen uit die de klanten naar binnen zouden lokken. Haar vader lette goed op de kleurcombinaties, die hij van tevoren met de etaleur had afgesproken. In de lente heldere kleuren of pasteltinten, in de herfst oker en terra. In de weken voor Kerstmis waren fluweel, lamé en broderie aan de beurt en schitterde de stras je tegemoet als je langs de etalage liep.
Klokslag negen uur kwam de etaleur de winkel binnen met kartonnen of plastic ornamenten onder zijn arm, die hij voor zijn ontwerp had gekocht of zelf vervaardigd. Ook weer afhankelijk van het seizoen.
Als Agnes uit school kwam, was hij al begonnen met het draperen van de stoffen, die met een nylon draad werden opgehangen, als vlinders die door de ruimte zweefden. Terwijl ze, zittend op een kruk met een boterham in haar hand, zijn tableau zag vorderen, fantaseerde ze over haar toekomstige carrière.
Door Anneke van Dok. Foto’s uit archief van Anneke an Dok.
een leuk verhaal. maar over welke stoffenwinkel heb jij het.
ik zelf geef al 20 jaar naailes in een buurthuis en er worden hele mooie en bijzondere creaties gemaakt.
Omdat het een roman is, heb ik geen naam genoemd. Ik heb zelf vaak bij Lust gewerkt , o.a. Toen ik nog op het Zaanlands Lyceum zat. Die winkel had ook geen bovenwoning.