‘Je bent niet alleen op de wereld,’ was het devies van mijn ouders. Ze gaven zelf het voorbeeld door actief te zijn als vrijwilliger van een voetbalclub, als gemeenteraadslid en als collectant voor goede doelen.
Door Anneke van Dok
Als mijn moeder het te druk had met haar raadswerk, nam ik de bus van haar over en liep ik haar wijk. Ik liep dezelfde route als Freek de Jonge, zo las ik in zijn boekje Zaans Veem. Alleen liep ik van oost naar west en hij andersom. Beiden schudden we een dubbeltje (of was het toch een kwartje) uit de gleuf voor het Ruiterveer om een omweg via de brug te vermijden en dus meer tijd over te houden voor onze missie. Freek voor een nieuwe kerk, ik voor Humanitas.
Als er verkiezingen waren, stond ons kleine huis in het teken daarvan. Er moesten affiches geplakt worden, flyers verspreid en mijn moeder nam plaats in het stembureau. Het begrip zwevende kiezer kende ik niet, gezien de steeds terugkerende affiches in de omgeving. Overwegend rood in mijn buurt, maar rond de Klaas Katerstraat had men andere opvattingen. We waren trouw aan de partij en aan de media die bij je geloof of je idealen hoorde. Bij ons Het Vrije Volk en de VARA. Er was nog opkomstplicht. Dat hield in dat je je moest melden bij het stembureau, maar dat je geen rode stip op het biljet hoefde te zetten.
Vorige week heb ik voor het eerst sinds jaren weer geflyerd. Dat viel me niet mee. Niet alleen door het slechte weer, maar vooral door wat ik op de markt naar mijn hoofd geslingerd kreeg. Vooral een bloemenman had het niet op de kleur van mijn hesje. ‘Vroeger deelden jullie rozen uit,’ zei hij. ‘Daar had ik tenminste nog wat aan.’ Hij sprak me aan op het kwartje van Kok, dat hij nooit terug had gekregen. Dat het zo stil was op de markt lag aan vrouwen, die zo nodig moesten werken. Toen hij doorging met luidruchtig katten, had ik er genoeg van.
‘Zal ik even lekker voor je kraam gaan roepen, dat je bloemen verwelken? Dat vond hij wel grappig. Ook al valt er veel te mopperen, ga toch maar stemmen. Dat het niet uitmaakt of je door de hond of de kat wordt gebeten is een fabeltje.
Door Anneke van Dok. Foto: Songül Mutluer (PvdA) en Sanna Munnikendam (D66) flyeren in 2021.
Ik heb in deze campagne op 3 zaterdagen mede campagne gevoerd. Aanbellen, kort spreken en een folder achterlaten. Geen onvertogen woord gehoord. Wel een enkeling die geen interesse had of een andere keuze maakte. Maar nooit onbeleefd of onvriendelijk.
De tijden zijn veranderd, maar ik heb ook in de jaren 60-90 heel wat commentaar gekregen bij het collecteren en flyeren voor goede doelen en de politiek. Je ontwikkelt een soort olifantenhuid. Klagen en mopperen is van alle tijden.