Naar aanleiding van het bericht deze week over de gerestaureerde ‘Faam van Takkenberg’  die door de Stichting Gebroeders Visser (Cor en Wim) is geschonken aan de Zaankanters en op 19 mei jl. een ereplaats kreeg in het stadhuis in Zaandam kwamen er mooie herinneringen bij me boven. Hoe en waarom ikzelf ook in het gelukkige bezit van een faambeeld ben gekomen. 

De man aan mijn zijde bedacht begin 2000 in zijn hoedanigheid als projectontwikkelaar een plan in het kader van het Zaanoever project voor het ontwikkelen van een kleinschalig appartementengebouw dat ‘De Faam’ werd genoemd, wat later ook de straatnaam is geworden. Het project moest nog starten toen wij al een paar jaar in de nabijheid ervan woonden dus we hebben het hele traject kunnen volgen vanaf de mooie verkoopbrochures met het Faam-logo erop, de sloop van de bestaande oude loodsen op het terrein en de bouw tot en met de oplevering van 10 appartementen die snel verkocht waren door de makelaar.

Het leek me leuk om het project te completeren met het plaatsen van een beeld dat dezelfde naam droeg, een ‘Faam’.

Achter twee ramen in de gevel van Timmerfabriek Visser aan de Noorder IJ en Zeeweg had ik vaak vanaf de weg twee faambeelden zien staan. De afbeelding van deze engel met bazuin  wordt veel als advertentiemateriaal van het bedrijf gebruikt dus hebben zij de faam hoog in het vaandel staan. Het zal zo’n 15 jaar geleden zijn dat ik dacht, zij hebben twee beelden en, je weet het maar nooit, daar kan ik er misschien wel eentje van overnemen? Ik kende de broers al lang, vooral Wim, via mijn werk en via mijn vader die mij wel eens meenam naar de fabriek als hij daar moest zijn. En verder kom je ze overal tegen als het maar over de Zaanse cultuur gaat, Zaans erfgoed, Zaanse houtbouw, enz.  

Altijd welkom, altijd koffie, altijd gezellig. Dat was nu ook het geval, ik stapte op de bonnefooi binnen en zat gelijk met een bakkie koffie aan de praattafel van Wim. De verhalen! Ik hou ervan! 

Toen ik de reden van mijn bezoek nader toelichtte werd me snel duidelijk dat ik geen kans zou maken op het verwerven van een van hun eigen beelden. Maar…“misschien heb ik toch wel wat voor jou, loop ff met me mee”. In een opslagruimte stond een faambeeld, een replica, beschadigd, gebroken beentje, onbeschilderd. Maar geen probleem, dat kon heel goed gerestaureerd worden! Dit exemplaar was in feite toegezegd aan gemeente Zaanstad maar hoogstwaarschijnlijk werd de voorkeur gegeven aan een originele, van hout gesneden  faam. Dan zou het zeker míj gegund worden. En zo geschiedde. Vlak daarna belde Wim, het beeld was voor mij! Hij belde ook de schilder Jan Schoen voor me, deze ouwe rot in het vak had in het verleden al meerdere faambeeldjes beschilderd en wist alles van de oorspronkelijke kleuren en de techniek van het vergulden met bladgoud. Hij wilde me graag ontvangen en mijn verhaal horen dus ’s middags zat ik al bij hem thuis waar ik ook zijn eigen faambeeld die in zijn woonkamer stond, kon bewonderen.

Jan was toen al aardig op leeftijd en had zijn verfkwasten en bladgoudboekjes reeds aan de wilgen gehangen. Maar hij liet wel trots zijn werkplaats aan me zien, die was nog geheel intact en rook naar ‘Vakmanschap is Meesterschap’. Adviezen had hij wel voor me, schreef alles voor me op en door hem kwam ik ook terecht bij een andere schildervakman, Bert Bommerson. Bij een tweede bezoek aan Jan Schoen mocht ik foto’s maken van zijn faambeeld om als voorbeeld te dienen voor de schilder. En deze heeft er, nadat vriend Henk Berkelaar de restauratie op zich genomen had en het beeld volledig in ere had hersteld, een waardige schoonheid van gemaakt.

Ruth Pos

Ooit is geprobeerd een replica in hout te maken van een faam, maar dat mislukte. Toen is besloten er een (siliconen)mal van te laten maken door een bedrijf in Arnhem en zijn er 8 kunststof replica’s gemaakt. En dat zullen er nooit meer worden! De mal is opgeslagen in de krochten van het Zaans Museum en in 2013 is er een replica geplaatst in de kralentuin op De Zaanse Schans. Het houten origineel die op een sierpoort van een overtuin in Koog aan de Zaan stond, raakte in 2014 door een ongeluk zwaar beschadigd en werd weer vakkundig gerestaureerd door Joep van Houts. Daarna is ze naar het Zaans Museum overgebracht en op de poort is een replica teruggeplaatst!     

Ruth Pos

Mijn eigen faam hebben we nooit buiten neergezet (alleen even voor de foto’s); het zou een doodzonde zijn geweest.

Ze heeft jarenlang op haar sokkel in onze woonkamer staan pronken en in stilte op haar bazuin geblazen. Vanwege een verbouwing bij ons thuis moest ze tijdelijk uitwijken naar ons kantoor, daar stond ze zo mooi in de spotlight dat ze er is blijven staan tot de dag van vandaag…

*Ruth* 

N.B. Toen ik zaterdagmiddag net dit stukje wilde afsluiten, stond Wim Visser voor de deur met het fraaie boekje ‘De Faam van Takkenberg’. Want we behoorden oorspronkelijk tot een  groot aantal genodigden bij de onthulling van de faam in het stadhuis. Maar dat feest ging niet door. Verhalen! Ik zou mijn column nog véél langer kunnen schrijven. Maar het is voor nu wel genoeg. En Wim had haast, hij moest de boekjes nu zelf rondbrengen. 
We gaan wel gauw even bijpraten…