Ik luister ’s morgens vroeg graag naar het radioprogramma Gaan, waarin slapelozen met een fiks ochtendhumeur hun nukkige mening kunnen spuien.
Gistermorgen mochten de interactieve luisteraars in de uitzending melden wie ze graag een lintje zouden willen geven. De reacties waren niet van nepotisme gespeend, want menige oom, moeder of hulpvaardige buurvrouw werd kandidaat gesteld. Het deed me echter goed, dat vooral mensen die in de zorg werken werden voorgedragen.
Door Anneke van Dok
Mijn gedachten gingen terug naar de talloze keren dat ik als burgemeester een vrijwilliger, weldoener of held zo’n koninklijke onderscheiding mocht opspelden. Sommige uitverkorenen werden compleet overdonderd, anderen pretendeerden verrassing en hadden een papiertje met een dankwoord voor de zekerheid in hun colbertzak gestoken.
‘Waarom moet ik mijn beste pak aan,’ hadden ze gemopperd toen hun echtgenotes hen naar het stadhuis stuurde met de smoes dat ze getuigen aanwezig moesten zijn bij de decoratie van een goede vriend of collega.
In mijn eigen familiekring ging de vlag niet uit op Koninginnedag en mijn nieuwe voorjaarsjurkje mocht op 1 mei pas voor de eerste keer aan. Een aubade op de Burcht ging aan ons voorbij en ik kan mij niet herinneren dat familieleden een lintje kregen, hoewel menigeen dat wel verdiende. Ik denk dat ze hem hebben geweigerd.
Toen ik zelf op punt stond te worden gedecoreerd, aarzelde ik. Als oud- burgemeester en staatssecretaris kon ik toch niet weigeren, wat voor talloze van mijn burgers zoveel betekende. Ik kreeg hem opgespeld in het Catshuis, maar daarna moest ie meteen weer af omdat men tijdens het afscheidsdiner van de Koningin geen decoraties behoorde te dragen. Hij ging dus na slechts een poosje op mijn blouse te hebben geprijkt weer in het doosje. En daarin ligt hij nog steeds.
Door hem zelf niet te dragen, krijgt die onderscheiding nog meer glans voor degenen die hem echt verdienen, redeneerde ik. Vrouwenlogica, ik geef het toe. Maar u is het vast roerend eens met de reacties van de vroege radioluisteraars en dus ook met mijn stelling:
‘Alle medewerkers in de zorg zouden moeten zijn geridderd.’ En daar voeg ik meteen aan toe: met een forse bonus, maar vooral een eerlijk salaris.
Foto is van de trotse borst van Hessel Kraaij, die gister een lintje kreeg (detail van foto van Bart Homburg)
Je opvolger Bob de Hon wilde alleen een lintje voor mij aanvragen als ik hem beloofde het niet te weigeren bij uitreiking...
Treurig staar ik naar mijn enige medaille... Avondvierdaagse 1962.
Beter zal het nooit worden.