Cees Bruin uit Oostzaan loopt op zijn 85e nog als een kievit. Wandelen doet hij niet alleen elke maandagochtend met een wandelgroep in het Twiske. Twee keer per maand organiseert ‘Majoor Cees’ een wandeling buiten de Zaanstreek. Het groepje waarmee hij dat doet, noemt zich ‘de Vrijbuiters’. Deze zaterdag, 26 oktober, is de 100e Vrijbuiters-wandeling. Een boswandeling bij Doorn, op de Utrechtse heuvelrug. ‘Ik doe het voor de natuur, de gezondheid en het sociale’.
We ontmoeten Cees in zijn Oostzaanse jaren ’30 woning, waar hij gelijk zijn ‘administratie’ kan laten zien. Zo heeft hij drie dikke ordners met wandelroutes van de Vrijbuiters, allemaal met de plaatsnamen op alfabetische volgorde gerangschikt. ‘Het zijn zo’n zestig routes. Allemaal netjes op volgorde, dan kun je ze er zo weer bijpakken wanneer je ergens wilt wandelen.’ Cees stelt de wandelingen, van steeds zo’n 11 kilometer, zelf samen en houdt daarbij graag rekening met zijn mede-wandelaars.
‘Je houdt overal rekening mee. Ik zoek foto’s op van de startlocatie, die zet ik erbij, Rob Wit neemt koffie mee voor onderweg en ik zorg altijd dat er een restaurant is en dat we daar de WC mogen gebruiken. De dames willen altijd naar de WC. Na afloop komen we daar weer terug en gebruiken we iets. Dan is het altijd wel goed.’
Dankzij sites als Google maps kan Cees de wandelroute zorgvuldig samenstellen en plannen.
‘Ik tik gewoon een plaatsnaam in op internet. Dan zoek ik bijvoorbeeld op “Wandelingen rondom Blaricum” en dan kan ik zo alles zien. Je loopt ook wel eens een route meerdere keren. Als er dan twee jaar tussen zit is het weer nieuw.’
Alle tochten worden keurig bijgehouden in een schoolschrift, Cees bladert er doorheen.
‘Het idee ontstond door Rob Wit, met wie ik altijd al wandelde in het Twiske. Hij kwam op het idee om ook eens ergens anders te wandelen. Ik hou nu in dit schriftje alles bij van de wandelingen die we gelopen hebben. De eerste was in april 2019, een bloesemtocht in Geldermalsen. En zo te zien zijn we één keer eerder in Doorn geweest. Het begon met zo’n acht mensen maar via via krijgen anderen er ook lucht van.
Rob Wit is zo van “Kom erbij” maar we moeten niet te groot worden. We lopen nu met tien tot twaalf wandelaars, dat is leuk. Twintig zou te veel zijn. Er zitten veertien mensen in de groeps-app, ik geef de data door waarop we gaan lopen en dan mogen ze aangeven of ze meegaan. De benzinekosten delen we. Mensen die meegaan moeten wel gezellig meepraten.’
Gu
Zes jaar geleden overleed Gu, de vrouw van Cees. Het is ook door haar dat Cees nu zoveel op pad gaat met anderen.
‘Ik heb altijd in de metaalindustrie gewerkt. Op een technisch bureau, dat zat onder de Zuiddijk in Zaandam waar je ook het Leger den Heils hebt nu. Dan zat ik altijd aan een tekenbord en later de computer. Je bent altijd met jezelf bezig. Mijn vrouw stond in een winkel en die had veel contact met klanten. Zij kon goed met mensen omgaan en was ook altijd met iedereen aan de praat. Ook op vakantie, dan was ik haar opeens kwijt en zat ze met mensen te praten op een terras. Door mijn vrouw ben ik veranderd. Toen ze ziek was zei ze: “Treed wel naar buiten, ze komen je niet halen”.’
Majoor Kees
‘Majoor Cees’ dankt zijn bijnaam aan een beroemd stuk cabaret, en omdat hij altijd vooraan loopt in de stoet.
‘Ja, die naam daar kom ik nooit meer vanaf. Maar ik vind het wel leuk. Het komt van die cabaretier Paul van Vliet. Die had een type dat zo heette. En nog steeds is het elke maandagochtend “Majoor Cees staat daar”. Er zijn soms mensen die dan vragen of ik in het leger heb gediend.’
Onder: de sketch ‘Majoor Kees’ door Paul van Vliet.
Bewegen is Cees nooit vreemd geweest. Ook in vroegere jaren was hij altijd sportief.
‘We hebben met het gezin ook altijd veel gefietst. Kennissen hadden ooit een fietsvierdaagse in Borkulo. Daar wilde ik wel aan meedoen. Met het gezin zijn we daar toen 160 km op de fiets naartoe gereden en hebben daar nog eens die vierdaagse gereden. Ik vroeg het nooit aan mijn vrouw, ze vond het wel best. Ik fiets niet meer zoveel. Al ga ik nog wel eens naar kennissen in Egmond aan Zee. Daar kijken mensen dan van op. “Doe je dat op 1 dag?” vragen ze dan. Ja, dat doe ik op 1 dag!
Maar ik loop ook altijd de Dam tot Dam wandeltocht van 20 kilometer, als een van de weinigen in de groep. Dat vind ik wel leuk. De gemeente Oostzaan stimuleert het ook erg dat mensen blijven bewegen. In het Twiske heb je mooie wandelpaden, ik ken ze van binnen en buiten.’
Deze zaterdag worden de veters van de wandelschoenen weer strak aangetrokken en zetten Cees zijn wandelaars hun beste beentje voor in Doorn, volgens Cees ook wel een van de mooiste wandelgebieden in Nederland.
‘Als je een mooie dag hebt is het een prachtig bosgebied in de herfst. We gaan na de zomer gewoon door want de herfst en winter zijn ook mooi.’
De Oostzaanse schoenenverslijter zal ook na zijn honderdste tocht niet stil gaan zitten en is actief in het dorp bij ondermeer de ijsclub.
Door Edwin Kleiss (tekst en foto boven). Foto’s met de wandelaars kregen we via Rob Wit.