Het verbaast Jantine Waijenberg telkens weer dat gemeenten van mensen met een uitkering vooral de problemen registreren die de verlossende stap naar betaald werk in de weg staan.

“Als je uitkeringsgerechtigden naar betaald werk wilt leiden, moet je juist een goed beeld hebben van hun mogelijkheden en capaciteiten. En een compleet en actueel overzicht van de personele vraagstukken van werkgevers in de regio. Dan heb je een basis om met een ervaren en professionele arbeidsbemiddeling meer mensen aan een betaalde baan te helpen dan nu het geval is.”

Door: Jaap de Jong

Jantine Waijenberg, transitiemanager uit Assendelft die voor het adviesbureau Pit Strategie werkt, reageert hiermee op een rapport van de gemeente Zaanstad. Het geeft een vrij nauwkeurig beeld van de Zaanstedelingen die in de bijstand zitten en hun kansen om weer betaald aan het werk te gaan. Bij negentig procent van de vierduizend uitkeringsgerechtigden in Zaanstad is een vorm van psychologische en sociale training nodig of een praktische begeleiding bij de sollicitatie om problemen op te lossen. Acht procent kan zo de arbeidsmarkt op, constateert de gemeente.

“Het is niet effectief om eerst alle persoonlijke problemen te willen oplossen, voordat je mensen aan een baan helpt. Het zal sommige mensen bijvoorbeeld nooit lukken om een sollicitatiebrief te schrijven op basis waarvan ze worden uitgenodigd voor een gesprek,” zegt Jantine Waijenberg.

“Waarom zou je als gemeente daarin dan investeren? Het is veel effectiever om deze mensen direct toe te leiden naar de arbeidsmarkt. De kosten van de huidige re-integratie instrumenten staan niet in verhouding tot de baten. De ervaring leert dat veel problemen verdwijnen, zodra je werk hebt. Als ik lees dat voor meer dan de helft van die acht procent geldt dat werkgevers en werkzoekenden elkaar alleen maar hoeven te vinden dan denk ik: heeft de gemeente daarin geen actieve rol te vervullen? Verliest een gemeente niet uit het oog dat zij voor haar burgers een dienstverlenende organisatie is? Gemeenten zouden zich wat minder moeten focussen op het cijferwerk en wat meer op hulp die daadwerkelijk naar werk leidt.”

Netwerk met ondernemers
Jantine Waijenberg reageert vanuit haar ervaringen met het Uitstroommodel van Pit Strategie. Het is een nieuwe manier van werken voor sociale diensten die het goede van commerciële arbeidsbemiddeling combineert met de rol die een gemeente heeft bij re-integratie van uitkeringsgerechtigden. “Begin bij wat het doel is van de Participatiewet, bij het aanbod aan werk in de regio. Bouw als gemeente een netwerk op met alle ondernemers in de regio en ga actief in gesprek over hun HR-beleid en zoek daarin naar mogelijkheden om uitkeringsgerechtigden te plaatsen. Wacht niet tot vacatures beschikbaar komen want dan vind je de uitzendbureaus op je pad en ben je als gemeente veelal te laat. Als je die informatiestroom goed op orde hebt en je hebt ook de kwaliteiten van de uitkeringsgerechtigden goed in beeld dan kun je met ervaren en professionele arbeidsbemiddelaars altijd een match tot stand brengen. Dan kan de begeleiding beperkt blijven tot wat echt noodzakelijk is. Dat geldt ook voor mensen die in de kaartenbakken zitten als probleemgevallen.”

Zitten werkgevers te wachten op mensen die op afstand van de arbeidsmarkt staan?
“Dit is typisch een redenering vanuit het oude patroon dat niet tot de resultaten leidt die de Participatiewet beoogt. Gemeenten willen wel veranderen, maar hebben tegelijk moeite om die stap te zetten. Dan hoor je argumenten als dat hun arbeidsmarkt het niet toelaat of dat de werkgevers in hun regio daar niet klaar voor zijn of dat de medewerkers niet anders kunnen werken. Als je als sociale dienst bewijst dat je ondernemers goed van dienst kunt zijn met goed personeel dan veranderen ook hun opvattingen over samenwerken met de gemeente en mensen met een uitkering.”

Record aantal mensen
De invoering van een Uitstroomunit in de gemeente Schagen en Hollands Kroon leidde in twee jaar tijd tot een besparing van ongeveer 1 miljoen euro per jaar door een structurele daling van de instroom naar een uitkering en een blijvende stijging van duurzame uitstroom. Meteen in het eerste jaar konden al 180 mensen aan een betalende baan worden geholpen waardoor ze onafhankelijk werden van een uitkering. Nog eens 250 mensen werden aan een deeltijd baan geholpen waardoor ze grotendeels in hun eigen inkomen konden voorzien. In de gemeente Stichtse Vecht leidt de werkwijze van het Uitstroommodel tot een verhoogde uitstroom van jongeren naar betalend werk en minder instroom door arbeidsbemiddeling voordat de uitkering wordt toegekend. De gemeente Den Helder meldde in april een record aantal mensen dat aan werk was geholpen. In 2015 bedroeg de uitstroom zestig mensen. In de eerste drie maanden van 2016 waren dat er al 56. “Den Helder heeft een moeilijke arbeidsmarkt en kampt met grootstedelijke problemen. En toch kun je daar meer mensen met uitkering aan betalend werk helpen dan gebruikelijk was, door een andere manier van werken.”

Werkgevers centraal
Vergt het werken volgens het Uitstroommodel een ingrijpende verandering van een sociale dienst?
“Ja, maar het is geen onoverkomelijke verandering. De grootste omschakeling is dat je de werkgevers centraal stelt en je dienstverlening daarop afstemt, omdat daar het werk vandaan komt, en niet de uitkeringsgerechtigden met hun problemen. Wat je nodig hebt aan kennis en vaardigheden en het toepassen daarvan in de andere manier van werken, dat kun je allemaal leren. Je hebt wel een goede begeleiding nodig om die kennis en vaardigheden in de praktijk toe te passen. Dat is onder andere coaching on the job. Het is mogelijk om een afdeling binnen een jaar op de nieuwe manier te laten werken en de resultaten te behalen die als doelstelling zijn geformuleerd. Een intensief nazorgtraject zorgt voor duurzame resultaten.”

Het is de overgang van een zachte, sociale aanpak naar een hardere, meer resultaatgerichte manier van werken?
“Ja, maar je moet je ook afvragen hoe humaan het is om mensen die al lang zonder werk thuis zitten, met alle problemen van dien, in die situatie te laten zitten.”