Rijkswaterstaat traineert volgens de Werkgroep A8-Coenbrug onderzoek waarbij de lucht- en geluidskwaliteit in het gebied van de Coenbrug vastgesteld zou moeten worden.

De gemeente steunt zo’n onderzoek, maar zonder medewerking van Rijkswaterstaat is zo’n onderzoek onmogelijk. Deze dienst beschikt namelijk over de cijfers die gebruikt worden om de overlast vast te stellen.

De werkgroep heeft meerdere malen vergaderd met vertegenwoordigers van de gemeente zodat ingenieursbureau DPA Cauberg-Huygen het onderzoek uit kan voeren. Dit bureau heeft begin november 2016 van de Gemeente Zaanstad opdracht gekregen om het onderzoek naar de overlast uit te voeren.

Het bureau had echter meer informatie van Rijkswaterstaat nodig. Dat komt omdat overlast niet echt wordt gemeten, maar wordt berekend, en om die berekeningen te controleren heeft het bureau de gegevens nodig die Rijkswaterstaat gebruikt.

David Sluis en Jan Broersma van de Werkgroep A8 – Coenbrug schrijven:

Vanaf november 2016 tot en met nu heeft RWS [Rijkswaterstaat] het onderzoek getraineerd en tot op heden de door DPA Cauberg – Huygen opgevraagde gegevens nog niet verstrekt.

De Gemeente heeft van alles geprobeerd om RWS er toe te bewegen de opgevraagde gegevens aan DPA Cauberg – Huygen te verstrekken, maar staat nu ook machteloos.

Het enige wat ons nu nog rest is een rechtszaak tegen RWS, maar dat kost geld en veel tijd.

Om de zaak vlot te trekken, heeft de werkgroep contact gehad met Tweede Kamerleden Cem Lacin (SP) en Barbara Visser (VVD). Visser heeft eerder met SP-kamerlid Eric Smaling vragen over de zaak gesteld. Cem Lacin is de opvolger van Eric Smaling in de SP-fractie.

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft eerder beloofd dat ze gaat onderzoeken of er maatregelen voor geluidsreductie toegepast kunnen worden voor de Coenbrug.