Vorige week ging een grote publiekscampagne over de gevaren van fatbikes van start. Ook wordt er gedacht om de minimumleeftijd voor het besturen van een fatbike naar 14 jaar te brengen en een helmplicht in te voeren. De Orkaan schreef al vaker over fatbikes, maar meestal vanaf de zijlijn. Nu zaten we er plots middenin. Orkaankracht Neeltje Waagmeester had een persoonlijke confrontatie met vijf fatbike-boys. Het korte gesprek met de heren van een jaar of 14 smaakte naar meer, daarom een oproep.

Het is niet handig om er al fietsend achter te komen dat er geen bel op je fiets zit. Sterker nog: fietsen zonder bel is verboden! Maar een afspraak in het nabij gelegen ziekenhuis maakte dat ik stevig door bleef fietsen, ik was aan de late kant. Op het Kalverpad fietsten vijf jongens op drie fatbikes voor mij. Twee blokkeerden, door naast elkaar te rijden, het fietspad dusdanig dat ik normaliter mijn bel had laten klinken. Ditmaal werd het een “Sorry heren, mag ik er even langs?”

Vlak voor de splitsing van het Kalverpad bij de sportvelden, precies in het voorbijgaan, gingen zij naar rechts, ik naar links. “Vieze vuile stinkhoer!”, riep de een. Gevolgd door nog meer verwensingen, die ik vanwege mijn flinke fietsvaartje niet kon verstaan. Ik haalde mijn schouder op met een zwaai van mijn arm waarmee ik wilde zeggen “Oké dan, het zal wel” (een beweging die overigens ook opgevat had kunnen worden als het controleren van mijn oksel om te zien of het “stink” gedeelte van de verwensing klopte).

Kwam het door het maken van de beweging, of door het vragen of ik erlangs mocht dat ze omkeerden en de achtervolging inzetten? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik achter me iets doelbewust op me af voelde rijden en ik zonder om te kijken begreep dat de ontmoeting op het fietspad een vervolg kreeg. Ik heb vaart geminderd, ben afgestapt, waarna direct een van de heren naast me stond. Op de kruising Kalverpad/Kuikenpad ontvouwde zich het volgende gesprek:

“Mevrouw, waarom moest jij er langs, heb je haast ofzo?”.
“Ik denk niet dat het je iets aangaat, maar ja, dat klop, ik heb haast. Wat is er aan de hand?”
“Hoezo heb jij haast mevrouw, wat moet jij zo hard fietsen”
“Waarom wil jij dat weten en waarom ben je zo boos?”
“Ik wil gewoon weten waarom heb jij haast mevrouw!”
“Nou, vooruit, al gaat het jou echt niets aan, maar ik moet met spoed naar het ziekenhuis, dus ik hou het kort.”

Iets van schrik gleed bij het horen van het woord “ziekenhuis” over het gezicht van de fatbike-boy, maar hij herstelde zich snel, waarschijnlijk mede omdat zijn vier kornuiten gezeten op twee fatbikes steeds dichterbij kwamen.

“Jij moet mij niet inhalen!”.
“Zoals je kan zien heb ik geen bel en ik heb haast, daarom heb ik gevraagd of ik er even langs mocht. Ik wil er graag verder over praten, maar ik moet er nu vandoor. Leg jij het even uit aan je vrienden?”

Ik ben opgestapt en heb mijn weg vervolgd. Met in mijn achterhoofd nog wel de gedachte dat ik het gesprek zou willen voortzetten, maar ik moest er vandoor.

En dus zit ik nu met een heleboel vragen. Zoals: Is het echt zo irritant om door een vrouw die je moeder had kunnen zijn op een niet-elektrische fiets ingehaald te worden? Triggerde ik iets met mijn handbeweging, waardoor ‘mevrouw’ een ‘stinkhoer’ werd? Wat was het eigenlijke doel van de achtervolging? Waarom boden ze mij geen arm aan, om mij met bloedspoed aangehaakt naar het ZMC te slepen? En als we dan toch in gesprek zijn: wat vinden de heren van het idee om een helm verplicht te stellen? Worden ze vaak aangesproken op hun vervoermiddel? Wat doet dat met je, fietsen op een fatbike, geeft het een gevoel van vrijheid waar je motorrijders wel eens over hoort praten?

Dus: ben jij een van de fatbike-boys die mij hoek Kalverpad aanspraken? En wil jij, indien nodig anoniem, het gesprek met mij vervolgen? Neem contact op met de Orkaan. Ik zorg voor een koekje bij de thee EN ik beloof je dat ik niet zal stinken.

Plaats delict…

Door Neeltje Waagmeester.