We stappen over van het met pelmolens bevolkte Oostzijderveld van Zaandam naar de lange doorgaande waterweg van de Nauernasche Vaart te Krommenie.

Dit dorp had zeven hennepkloppers binnen zijn gemeentegrens, Westzaan zes, Wormer vier en Assendelft twee.

De meeste hennepkloppers van Krommenie stonden aan de Nauernasche Vaart, waaronder De Blauwe Arend.

De Hennepplant (Cannabis Sativa) is tegenwoordig vooral bekend om zijn olie die een vreemde uitwerking op personen kan hebben. Vroeger gebruikte men echter vooral de vezel die na bewerking gebruikt werd voor touw en zeildoek. De aanvoer van hennep was veelal uit Rusland, deze werd vooral in touw omgezet.

De garenwerf van Kaars-Sijpesteijn te Krommenie

In Nederland voorzag de Alblasserwaard ons van een fijne kwaliteit hennep die ‘Hollands zeildoek’ opleverde, de zogenaamde Gilling. De fabrikanten die dit produceerden noemde men rolreders, naar de rollen stof die zij op de markt brachten. Familie’s als Kaars Sijpesteijn, Planteijdt, Van Leijden & Co, Bloemendaal en Van Eden waren betrokken bij deze rolrederij door het uitgeven van parten (aandelen) die de financiering afdekten. Hoe groot die productie was moge blijken uit de cijfers van het jaar 1731 toen er jaarlijks 60.000 rollen gemaakt werden in de Zaanstreek waarvan de helft afkomstig uit Krommenie.

Thuiswever te Assendelft

Na het maaien werd de hennep “geroot”, dat wil zeggen plat op de grond gelegd waarna door toetreding van vocht of dauw een schimmel de vezel losser maakte. Daarna werd de hennep opgetast op schoven om te drogen en vervolgens getransporteerd naar de Zaanstreek in balen van 260 kilo. Op een bank met staande ijzeren pennen volgde het “hekelen”, een handmatige handeling om de stengels te ontdoen van stof, klei of onkruid. Dan nam de windmolen het zware werk over.

De onttakelde Blauwe Arend in 1907

In de enquête van de staatscommissie van 1890 beschrijft de 32 jarige Cornelis Woud zijn werk op De Blauwe Arend als volgt:

“De voorzitter: Waarin bestaat uw werk? A(ntwoord). Dat is doodeenvoudig. Er zijn in den molen 10 stampers die gaan op en neer en vallen in kommen, gevuld met hennep. Als wij denken, dat de hennep zacht genoeg is, halen wij de stampers op, en doen den hennep weg. Is hij niet zacht genoeg, dan moeten de stampers nog wat werken.”

In de molen was een horizontale dikke eiken wentelas voorzien van nokken die de stampers in beweging zetten. Het neervallen van de platte stampers in het uitgeholde eiken blok veroorzaakte nogal wat lawaai en stof. Daarom hadden deze molens ook wel de naam van beukmolen of stofmolen. Het stamperblok lag op stellinghoogte alwaar grote luiken afzijdig van de wind geopend werden om de stofoverlast voor de molenaars in te perken.

Stalen hennepdoek en gereedschap afkomstig van D. van Leyden & Zn.

Na de molen volgde de tocht naar “Het Ziedhuis” hier kookte men de gebeukte hennepvezel met Potasch (kaliumcarbonaat) om een mooi wit zeildoek te verkrijgen. Potasch kwam veelal uit het Oostzeegebied alwaar men berkenbomen verbrandde en de as vervolgens in aardewerken potten verhandelde, vandaar de naam.
Het nog natte garen werd gesponnen met een groot drijfwiel en dan aan de buitenlucht gedroogd op een groot veld met garenstokken, dit opstal heette een “Garenwerf”.
Deze garens gingen naar thuiswevers in Krommenie, Krommeniedijk en Assendelft, die op een zwaar weefgetouw, in een aanbouw aan het huis, onder sobere omstandigheden rollen zeildoek produceerden.

Cannabis
Het canvasdoek vond zijn weg naar zeilenmakers voor scheepszeilen en tenten. Hoofdafnemers waren de admiraliteit en de VOC. Het woord canvas is afkomstig van cannabis!
Recentelijk is op De Zaanse Schans een oud wevershuis uit Assendelft herbouwd en ingericht als werkende weverij met drie weefgetouwen.

wevershuis (foto: De Orkaan)

De Blauwe Arend werd gebouwd in 1692 en in 1891 gekocht door D. van Leijden & Zn.
Een dieselmotor zorgde voor de aandrijving vanaf 1904 en in 1907 verdween de kap, roeden, staart en stelling, voortaan ging het verder zonder wind!
De rest van de overigens los van de schuur staande molen verdween in 1929 en de hennepschuur bleef staan en werd verbouwd tot woning. In 1998 volgde dit opstal hetzelfde lot als de molen. Op zijn plek kwam een woning met min of meer dezelfde vorm als zijn voorganger.

1900
2017

Bijzonder is de herbouw in 2017 van een Hennepklopper aan de Nauernasche Vaart in het buurtschap Nauerna. Bart Nieuwenhuis restaureert hier in samenwerking met de stichting “Zaanse Pakhuizen” de oude molenschuur van oliemolen “De Paauw”. Samen met een oud achtkant van molen “De Haan” herrijst hier een nieuwe hennepklopper, een molentype dat geheel verdwenen was uit de Zaanstreek. Deze operatie is goed te volgen bij Youtube op het kanaal van Otter DVD gefilmd in diverse afleveringen.
Binnenkort beukt het weer in de Zaanstreek en aan de Nauernasche Vaart!

Nu nog een Ziedhuis en een Garenwerf en de cyclus is rond voor een nieuwe waardering voor het gewas hennep. In oost Groningen is dit al van start gegaan: daar zijn een aantal boeren weer begonnen met het verbouwen van hennep als gewas voor kleding, er wordt o.a. ondergoed van gemaakt.

Tekst en beeld Sjors van Leeuwen