Scholierenstaking op het Zaanlands Lyceum! Het was groot nieuws in de Zaanstreek in maart 1962.
Koppen in de plaatselijke kranten en de meest massale strafmiddag uit de historie van het lyceum.
Martin Rep gaat voor ons terug in de tijd. Het Zaanlands Lyceum bestaat dit jaar 150 jaar en daarom extra aandacht voor een van de ‘vergeten’ episodes uit de geschiedenis van de school.
Woensdag 7 maart 1962 was een heldere, koude winterse dag in Zaandam. De gemiddelde temperatuur in De Bilt die dag was 2.3 graden. De leerlingen op het plein van het Zaanlands Lyceum aan de Westzijde hadden nog hun winterjassen aan. Toen ik die dag een paar minuten voor half negen het schoolplein op fietste, was ik dan ook verbaasd dat iedereen nog op het plein stond te blauwbekken. De deur, waardoor meestal rond deze tijd de scholieren zich naar binnen begonnen te persen, was nog dicht. “De verwarming doet het niet”, zei iemand.
Dagblad De Zaanlander schreef de volgende dag dat de gastoevoer een tijd onderbroken was geweest als gevolg van een storing bij het gemeentelijk gasbedrijf.
“Toen de gasvoorziening weer hervat werd, leverde dit natuurlijk tal van moeilijkheden op. Op vele plaatsen stond de gaskraan nog wel open, maar brandde dit niet.”
Zonder veel kennis van zaken voegde de krant eraan toe: “Zo waren tal van schoollokalen, die door gas waren verwarmd, met gas gevuld.”
Wij wisten dat op dat moment niet. We keken naar de deur die dicht bleef. Een paar jongens liepen baldadig het plein af. Lacherig volgde een groepje. Kort daarna liep het hele plein leeg. Aan het einde van het korte straatje naast het lyceum, het Ruijterveer, ontstond aarzeling. Wat nu?
Voorin werd niet geaarzeld. De kopgroep sloeg linksaf, richting het centrum van de stad. Zeker de helft van de scholieren liep mee, zonder dat iemand enig idee had waarheen, laat staan waarom.
Meelopers
Meelopers waren we geweest – dat verwijt kregen we de volgende dag te horen van de leraren. Het was wel het gesprek van de dag, en geen leraar die er géén commentaar op had. Dat leerlingen van de hogere burgerschool als koeien in de kudde waren meegelopen, dat viel hun tegen. Zwaga, leraar Nederlands, wist te vertellen dat iets dergelijks al eerder was gebeurd. “Toen was er een leraar gestorven, en de scholieren liepen weg. Feestvierend.”
Piet Eveleens, leraar Engels: “Het verbaasde me dat zo weinig leerlingen zelfstandig kunnen denken, dat ze allemaal achter een paar leeghoofden aan liepen.” Maar de Duitse leraar Jense maakte er een grapje van, in een repetitie gaf hij de zin op: “Ik zal de bediende met een krant naar de stakers sturen.” Iedereen had al op dat moment gezien dat de Zaanse kranten erboven op waren gedoken. Ik schreef het allemaal op in het dagboek dat ik in die tijd bijhield.
Meelopers waren we inderdaad. De leerlingenmassa rende de Westzijde door, inmiddels achtervolgd door rector Oosterhuis. Woedend was hij op zijn fiets gesprongen en had de achtervolging ingezet. Zijn gezag was zo groot dat hij de groep beslist in zijn eentje zou hebben kunnen tegenhouden, ware het niet dat hij moest wachten voor het verkeerslicht op de hoek Stationsstraat/Westzijde.
Lyceïst Ot Louw was in de tijd van de staking bezig met het opnemen van een film over het oude gebouw van het lyceum. Van de scholierenstaking schoot hij enkele beelden, die naderhand verwerkt zouden worden in de film, ‘Afscheid’. We zien de leerlingen in de Westzijde rennen bij de vestiging van Albert Heijn, en in het volgende shot de hoek omslaan, richting de Beatrixbrug.
De stakende lyceïsten zagen hun kans schoon en begonnen te hollen. Iemand riep: “Albert Heijn!”, en iedereen rende de supermarkt van het grootwinkelbedrijf binnen. Een geschrokken filiaalchef wist hen snel naar buiten te werken: “Jongens, gaan jullie maar naar de snackbar van Buter”, adviseerde hij.
Grote vrijheid
Buiten keerde een groep onder de hoede van de rector terug naar school, op dat moment nog op niet meer dan drie, vier minuten lopen. De rest koos de grote vrijheid, al wist niemand wat daarmee te doen. Leo Zoeter, leraar tekenen en kunstgeschiedenis, vond dat de stakers niet in staat waren gebleken goed met hun vrijheid om te gaan. Hij pleitte de volgende dag voor harde maatregelen tegen luie leerlingen en leerlingen zonder respect voor leraren. “Een simpele storing werd uitgebuit, terwijl iedereen had kunnen werken, er was geen stank in school. Je moet vanuit jezelf een betere tucht hebben.”
Een vrolijke boel was het wel. De meisjes waren begonnen te zingen en de yell van de ZLV, de Zaanlands Lyceum Vereniging (Zette Zette Zette Elle Elle Elle Veeë Veeë Veeë Zet-El-Vee Zaandam!) werd herhaaldelijk gescandeerd. De groep scholieren slingerde zich door het centrum en wandelde daarna de stad uit en de Provincialeweg op. Uiteindelijk belandde ze bij de Donaupont, het veer over het Noordzeekanaal bij de Hembrug. Naar de overkant en terug, sommigen al met dezelfde pont. Op de pont werden ook voor het eerst de neuzen geteld van de stakers: het waren er 119.
De adrenaline was inmiddels op. Een paar leerlingen liepen naar het NS-stationnetje Hembrug en kochten een kaartje naar het station Zaandam. De rest liep terug naar de stad, maar gezongen werd er niet meer. Welke straf zou ons boven het hoofd hangen, begon iedereen zich af te vragen.
Strafmiddag
De geijkte straf op het lyceum was de strafmiddag. Leerlingen die deze straf moesten ondergaan, meldden zich gewoonlijk vrijdagmiddag om twee uur bij de administratie. Ze werden in een lokaal neergezet onder leiding van een leraar die dan eigenlijk ook straf had, maar de tweeënhalf uur die ervoor stond, nuttig kon besteden door repetities na te kijken of een schriftelijk voor te bereiden. De gestraften kregen onveranderlijk moeilijke proefvertalingen uit verouderde Franse of Duitse lesboeken te maken. Recidivisten konden soms twee of meer strafmiddagen opgelegd krijgen.
De grote vraag die de vrijbuiters bezighield was of de school echt meer dan honderd leerlingen een strafmiddag kon opleggen. En hoe kon gecontroleerd worden wie hadden meegelopen?
“Stakinkje”
Dat laatste bleek kinderlijk eenvoudig. Conciërge De Vries en de leraren hadden de achtergebleven tassen van de delinquenten in beslag genomen. Kwart voor elf, vlak voor de pauze, liep de groep het schoolplein weer op. Het oproer had twee uur en een kwartier geduurd. Voor aanvang van het vierde uur kon iedereen zijn tas komen ophalen. De rector noteerde alle namen.
Vrijdagmiddag om twee uur verzamelden alle 119 zich op het schoolplein. De rector had beloofd dat hij in alle klassen kwam controleren. Bij de groep tweedeklassers, waar ik in zat, duurden zijn bezoekjes gelukkig nog geen tien minuten. Om half vijf mochten we weer naar huis.
De Typhoon schreef: “Lyceïsten wisten er een stakinkje uit te slaan.” Ik noteerde in mijn dagboek: “Ik had het best voor de lol over.”
===
Martin Rep is medewerker van De Orkaan. Wekelijks publiceert hij een verhaal, meestal met nostalgische inslag, op zijn website www.martinrep.nl.
Zie ook zijn verhalen over Een Warm Welkom, Sigarenmagazijn Rep, Modemagazijn Schuijt (voorheen Zaanlands Lyceum) zijn Puch bromfiets, de opening van V&D aan de Gedempte Gracht en het Reppiaanse Woordenboek.
Ik was ook van die meelopers. Ik herinner me de namen van alle genoemde leraren. De strafmiddag die ik onderging, heb ik later in een opstel weergegeven en tot mijn grote verbazing kreeg ik hiervoor een acht van Zwaga. Een echt wonder, want voor hem gold, dat een tien alleen door God kon worden verdiend, een negen door een leraar en de leerling kon hooguit bij een perfect opstal een acht verdienen. Ik zou nog graag eens met Zwaga een discussie aangaan over de betekenis van de beoordelingscijfers in het systeem van een tot en met tien. Maar ja, in die tijd durfde je geen discussie aan met een leraar met een 'eigen' beoordelingssysteem.
Geweldig. Één dag na mijn geboorte, een dikke honderd kilometer zuidelijker. Het kan haast geen toeval zijn.