Het bericht dat het Noordhollands Dagblad nog minder prioriteit gaat geven aan het kleine lokale nieuws, kwam bij mij hard aan. Niet zozeer als oud- journalist van De Typhoon van weleer die geen enkel Zaans nieuwsfeit miste, maar als oud- burgemeester. 

Lokale democratie verliest zijn bodem, wanneer de stadsverslaggeving op een laag pitje wordt gezet. Kranten die ooit in het verzet, uit idealisme en met inzet van eigen leven, werden opgericht, worden nu als derivaten verhandeld door mediamagnaten. Ze kunnen de plaats waar hun product verschijnt niet eens op de kaart aanwijzen.

Een regionale krant is geen commercieel product, geen stripblaadje, dat je kunt uitruilen tegen een glossy blad, maar een maatschappelijke pijler van onvervangbare waarde.

Er bestaat geen groot of klein nieuws, net zomin als de beslissingen van een regering of provinciaal bestuur meer gewicht hebben dan een gemeenteraadsbesluit. Sterker nog, de burger wordt alle dagen direct getroffen door het beleid van het gemeentehuis, terwijl landelijke en provinciale besluiten een veel globaler effect hebben.

Er is geen enkele goede reden te vinden, om de lokale verslaggeving te minimaliseren of lager te waarderen. En toch is het al in verregaande mate gebeurd. Niet alleen is het aantal regionale dagbladen gehalveerd en de ruimte voor plaatselijk nieuws beknot. Ook is de kritische massa van verslaggevers, tipgevers en correspondenten bijna opgedoekt. Dat krijg je nooit meer terug! Tenzij overheden de bedreiging van het democratisch gat nu inzien en maatregelen treffen.

Een regionale krant vervult, behalve als nieuwsbrenger en horzel in de pels van het gemeentehuis, ook nog een andere belangrijke functie: die van verbinder en behoeder van de cultuur en identiteit van de plaatselijke samenleving. Door recensies te schrijven over harmonieconcerten en amateurtoneel. Door de verrichtingen van sportverenigingen en sporters te verslaan en door aandacht te schenken aan het verleden, dat zo vaak de context vormt voor een actueel bericht. Ik weet het uit ervaring; zowel als journalist als burgemeester. Gewone mensen, waarover Marc Rutte zo graag spreekt, voelen zich door die verbindende functie van de streekkrant aangesproken.

Ik geef toe, in dit stukkie kan er geen grapje af. Dus vertel ik er op de valreep toch maar eentje:
Toen ik als leerling- journalist de Westzanerdijk op werd gestuurd om voorbijgangers naar hun mening over het Westelijk havengebied te vragen, gebeurde er het volgende: ik stelde mij aan een ouder echtpaar voor als verslaggeefster van De Typhoon en vroeg naar hun mening.  De echtgenoot antwoordde na kort beraad: `We benne geabonneerd op de Zaanlander en dat willen we maar zo houden juffrouw.’
Wie had toen kunnen denken dat beide kranten een kwart eeuw later niet meer zouden bestaan.

Gelukkig kan ik nu vrijuit schrijven in de puur Zaanse Orkaan.