De politie waarschuwde onlangs voor oplichterij aan de voordeur. De waarschuwing kwam helaas te laat voor een 83 -jarige dame in de Schepenlaan, want de bloemen die haar werden bezorgd moest ze duur betalen. Ze hoefde alleen de bezorgkosten te pinnen. Toen ze het bedragje had voldaan, bleek dat zij niet haar eigen pinkaart maar een vreemde had teruggekregen.

Het psychologische venijn van de wisseltruc zit verstopt in rozen.

Als een bezorger mij zo’n mooi boeket voorhoudt, is mijn eerste gedachte: `Wie is de afzender? Iemand die iets goed te maken heeft, iemand die mijn verjaardag vergeten is of (zeer welkom) een tevreden lezer?’ Je zult het pas weten, wanneer je het boeket hebt aangenomen en daarna het kaartje met de naam van de gulle gever in de ruiker hebt gevonden. De argwaan over de betaling van een luttel bedrag, wordt door ijdelheid en nieuwsgierigheid weggedrukt.

Mijn eigen moeder werd lang geleden op soortgelijke wijze misleid toen ze nog in haar aanleunwoning in Pennemes woonde.

Ik kwam bij haar op bezoek en zag de voordeur openstaan. Een jonge vrouw stond midden in de kamer, maar liep snel weg toen ze mij zag binnenkomen.

Toen ik mijn moeder vroeg wie zij was, vertelde zij dat de vrouw kwam collecteren voor een tehuis voor blinden. Mijn moeder was slechtziend en dat was duidelijk zichtbaar door haar dikke brillenglazen.
Gelukkig had ze haar portemonnee (nog niet) gepakt.

Oplichters en ander gespuis zijn meesters in het vinden van je zwakke plek, waardoor je je concentratie verliest en even niet alert bent. Daarom is het treinperron tijdens het spitsuur zo’n lucratief werkterrein voor zakkenrollers. Vooral als er flink geduwd wordt, om maar zo snel mogelijk binnen te zijn en een zitplaats te bemachtigen.

Het touwtje door de brievenbus, waarover oud-politicus Jan Terlouw bij De Wereld Draait Door mijmerde, hangt er symbolisch nog steeds. Sterker nog, we zetten de deur zelfs wagenwijd open. Soms loopt het goed af. Zo belde er laatst een stoelbekleder aan. Hij vroeg of we nog iets te matten hadden. O jawel, dat stoeltje van opa. Voor de zekerheid vroeg ik bedenktijd en belde het telefoonnummer dat hij op visitekaartje achterliet. Na een kwartier was hij terug, noemde een redelijke prijs, die we pas bij aflevering contant mochten voldoen, en nam het stoeltje mee.

Een week in de zenuwen gezeten of we het ooit terug zouden krijgen. En jawel, na negen dagen hadden we de stoel terug: als nieuw. Gelukkig bestaat er ook nog Goed Volk!