Als iets de emoties hoog doet oplopen, dan is het de manier waarop onze rotzooi wordt opgeruimd.

In mijn bestaan als stadsbestuurder kon ik menig probleem oplossen, maar tegen de overlast door hondenpoep heb ik nergens een panacee gevonden.

Het liefst had ik het bordje Kernwapenvrije gemeente aan mijn stadsgrenzen vervangen door Hondenpoepvrije gemeente, maar na mijn pensioen durfde ik pas luid en duidelijk te stellen, dat de overlast slechts door hond en baasje kon worden beëindigd.

Met het ophalen van huisafval gaat het net zo. Als de heffing omhoog moet (omdat de afvalwerking nu eenmaal kostendekkend moet zijn) breekt er een orkaan los, maar als beloofd wordt dat de heffing omlaag kan, wordt daar met veel sepsis op gereageerd. Als het gemeentebestuur de inname van restafval wil verbeteren, grijpt iedereen naar zijn pen. Net als bij de hondenpoep ligt de schuldvraag niet bij de dienst afvalverwerking, maar bij de vervuilers: jij, ik en de supermarkt.

Vorige week telde ik voor de grap hoe vaak ik op één dag naar mijn plasticcontainer liep om de verpakking van o.a.: een tijdschrift, een kurketrekker, visfilets, kaas, tijm, een puntenslijper en een  boeket bloemen weg te gooien. Op zo’n moment besef je pas goed hoe de plastic eilanden in de oceanen die onze voedselketen vergiftigen, zijn ontstaan. Wij, burgers zijn geen slachtoffers maar daders. En tevens consument! Aangezien de klant koning is, zullen wij ons als zodanig moeten gaan gedragen.

Na de paasloutering doe ik het echt: stoppen met mijn afvalverslaving. Ik koop geen artikelen meer, die in plastic zijn geseald. Als het niet anders kan (omdat ik die kurketrekker echt nodig heb), reken ik eerst af, verwijder daarna het plastic en leg het op de toonbank. Dat scheelt mij eens in de maand, op plastic- ophaaldag, een wandeling van honderd meter naar de hoek van de straat. Volg mij in de strijd, zodat mijn kleindochters Josefien en Madelief, straks nog veilig vissticks kunnen eten.

Anneke van Dok

(Naar aanleiding van het bericht op De Orkaan, dat Zaanstad het restafval wil terugdringen)