Ik houd me meestal afzijdig van de politiek. Niet uit desinteresse, maar uit zelfbescherming.

Een burgemeester, die haar keten heeft afgelegd, doet er verstandig aan het roer aan anderen over te laten en niet als beste stuurman op de wal te gaan staan. Of als een kromgetrokken voetballer langs de zijlijn. We leven in een tijd van vernieuwing, verjonging en verandering, hoe sneller hoe beter. In dat profiel pas ik niet meer.

Deze week maak ik een uitzondering op mijn strenge regel. De Orkaan en Lodewijk Asscher lokten mij van mijn veilige vluchtheuvel, nadat ik de berichtgeving over de acties ter verbetering van de rechtspositie van leraren en de kwaliteit van het onderwijs met aandacht had gevolgd. De Orkaan startte een open podium waarop leerkrachten hun noodklok kunnen luiden. Het eerste artikel, Een dag meelopen met een Zaanse kleuterjuf, opgetekend door een onderwijzeres, die al twintig jaar lesgeeft, daagde mij uit om de dop van mijn vulpen te schroeven en een pittige brief te schrijven.

(Ik weet het, pen en inkt gebruikt men niet meer, maar van het woord kleuterjuf word ik zo nostalgisch.)

Zeer Geachte heer Asscher,

Met instemming heb ik kennisgenomen van uw uitspraak, dat u hoogstpersoonlijk, als demissionair minister, de positie van de leraren zult verbeteren, wanneer Herman Tjeenk Willink niet opschiet met de formatie van een nieuw kabinet. Later zwakte u uw belofte wat af door te spreken van een inspanningsverplichting, maar dat moest van uw voorlichter. Hoewel ik begrip heb voor uw weigering om opnieuw regeringsverantwoordelijkheid te nemen, maakt uw uitspraak het onvermijdelijk dat u zitting neemt in een nieuw kabinet: met harde eisen.

Ik stel voor, dat u de ministerspost onderwijs eist en afdwingt dat uw belofte opgenomen wordt in het regeerakkoord. D’66 zal u onvoorwaardelijk steunen. Bovendien zal de beroepsgroep, die uw partij altijd trouw was, uw moed bij de volgende verkiezingen niet zijn vergeten. Sta niet nuffig aan de kant, maar kom in actie voor ons onderwijs.

Hoogachtend,

Anneke van Dok, toch nog steeds lid.